Search
Close this search box.

Analyse gender

RoSa vzw neemt de partijprogramma’s van de zeven grootste Vlaamse partijen onder de loep

Met het oog op de verkiezingen van 9 juni analyseerde RoSa vzw de partijprogramma’s van de zeven grootste Vlaamse partijen. We gingen na welke visie en concrete beleidsvoorstellen zij formuleren rond een aantal kernthema’s op het vlak van gender. Het memorandum van de Vrouwenraad diende als richtsnoer voor de keuze qua onderwerpen. Op basis van de actualiteit en de expertise van RoSa vzw vulden we de lijst met onderwerpen nog verder aan. Zo kwamen we tot de volgende onderwerpen:

  • Vertegenwoordiging en besluitvorming
  • Gezondheid: met specifieke focus op menstruatiearmoede en -welzijn, endometriose en de perimenopauze
  • Mijn lichaam, mijn keuze: abortus, relationele en seksuele vorming, en het zelfbeschikkingsrecht om al dan niet een hoofddoek te dragen
  • Kinderopvang
  • Arbeid en zorg
  • Geweld

Per thema geven we de algemene visie van een partij weer, evenals haar concrete beleidsvoorstellen. Vervolgens duiden we de impact van hun visie en voorgestelde maatregelen op gendergelijkheid en breder op gelijke kansen. De analyses zullen de komende dagen druppelsgewijs gepubliceerd worden per onderwerp. Je kan de informatie raadplegen per partij en/of per onderwerp:

Filter_Partij2

Abortus (cd&v)

Samenvatting

Het laatste hoofdstuk in het partijprogramma van cd&v is gewijd aan ethiek, waar zij onder andere haar standpunt rond abortus toelicht. “Het belang van het kind stellen we steevast voorop,” zo stelt de partij. “Maar ook de kwetsbaarheid van vrouwen die ongewenst zwanger worden en de beschermwaardigheid van het ongeboren leven worden in overweging genomen in onze visie voor de maatschappij. Daarin zorgen we voor bescherming en evenwicht.” (p. 430) cd&v wil in eerste instantie ongewenste zwangerschappen voorkomen door in te zetten op betaalbare, betrouwbare en toegankelijke anticonceptie. In het bijzonder wil de partij een tegemoetkoming voor langdurige anticonceptie. Voor niet-langdurige anticonceptie wil cd&v de leeftijdsgrens voor tegemoetkomingen optrekken van 25 naar 35 jaar (p. 24). Daarnaast erkent cd&v dat de verantwoordelijkheid voor anticonceptie, zowel financieel als psychologisch, nog steeds voornamelijk bij vrouwen ligt, terwijl ze dit als een gedeelde verantwoordelijkheid beschouwt (p. 25). De partij vindt het dan ook belangrijk om de betaalbaarheid van anticonceptie voor mannen te verbeteren, bijvoorbeeld door een tegemoetkoming in de prijs van condooms die via de apotheek worden aangekocht (p. 435).

Hoewel de nadruk bij cd&v op preventie ligt, erkent zij dat zwangerschapsafbreking soms “noodzakelijk en/of gewenst” is (p. 434). De partij pleit voor kwalitatieve en geïndividualiseerde begeleiding, waarbij vrouwen niet alleen kunnen rekenen op medische, maar ook op psychosociale begeleiding. Dit omvat voor de partij “een periode van 48 uur tussen de eerste aanmelding en de uitvoering van abortus”. De huidige wachttermijn van 6 dagen kan voor cd&v dus worden teruggebracht naar 48 uur (p. 434). Wel blijft abortus voor cd&v “niet zomaar een medische procedure, maar in wezen ook een ethisch vraagstuk waarbij er steeds respect moet zijn voor de keuzevrijheid van de vrouw en het beschermen van de foetus” (p. 434). Voor cd&v kan de wettelijke termijn daarom niet verder liggen dan op 14 weken na de bevruchting. In sommige extreme omstandigheden moet er echter een uitzondering mogelijk zijn, aldus cd&v. In geval van verkrachting of incest moet abortus mogelijk zijn tot 18 weken na de bevruchting.

cd&v geeft aan zich te baseren op “verschillende conclusies van het wetenschappelijk en multidisciplinair onderzoek naar de abortuswetgeving in ons land”. Ze verwijst enerzijds naar het feit dat abortus tot 14 weken mogelijk is via zuigcurettage en hierna een meer invasieve medische ingreep nodig is die “heel ingrijpend is voor de vrouw en complicaties met zich kan meebrengen” (p. 434). Anderzijds wijst cd&v op de pijnperceptie van de foetus, die volgens een studie uit 2021 vanaf 15 weken in werking zou kunnen treden. Dat is voor de partij een belangrijke ethische grens, waardoor zij zich “terughoudend [opstelt] tegenover deze lopende wetenschappelijke discussie” (p. 434). Tenslotte wijst de partij erop dat een termijn van 14 weken volstaat om 57% van de vrouwen die vandaag worden doorverwezen naar Nederland alsnog in België te kunnen helpen. De partij wil daarmee specifiek minderjarigen, werklozen, alleenstaanden en kortgeschoolde vrouwen helpen.

Impact

Hoewel cd&v aangeeft zich te baseren op het verslag van de nationale commissie dat er op haar verzoek kwam, gaat zij in tegen een aantal daarin geformuleerde adviezen, namelijk het afschaffen van de bedenktijd en het verlengen van de toegestane termijn tot 18 weken. De meeste experts pleiten voor een verlenging tot 20 of 22 weken. Slechts één expert stelde 18 weken voor, wat uiteindelijk werd uitgewerkt tot richtlijn. De studie waarnaar cd&v verwijst over de zogenaamde pijnperceptie van de foetus gaat over het reageren op een pijnprikkel, wat volgens experts niet hetzelfde is als pijn ervaren. De hersenactiviteit die daarvoor nodig is, ontwikkelt zich namelijk pas tussen de 22 en 26 weken na de conceptie. Een andere reden die cd&v aanhaalt, is de abortusmethode. Na 14 weken kan abortus namelijk enkel door een chirurgische ingreep die de partij als ingrijpend voor de vrouw beoordeelt en die complicaties met zich kan meebrengen. Dat argument geldt echter voor tal van andere chirurgische ingrepen waar de overheid zich niet mee inlaat. Voor cd&v is abortus niet louter een medische ingreep, maar ook een ethische kwestie. Daarmee bekijkt zij het vraagstuk rond abortus vanuit een collectief maatschappelijk perspectief, in plaats vanuit het perspectief van individuele ongewenst zwangere personen. Hoewel de partij verwijst naar de keuzevrijheid van vrouwen, gaat zij hier verder niet op in. Hoewel meer ongewenst zwangere personen die vandaag naar het buitenland of clandestiene milieus trekken voor een noodoplossing, geholpen zouden zijn door een verlenging van de termijn naar 14 weken, vermindert het voorstel van cd&v de tijdsdruk op ongewenste zwangeren slechts in beperkte mate. Ook het voorstel om de wachttermijn in te perken tot 48u betekent vooruitgang ten opzichte van de huidige 6 dagen, hoewel dit het moraliserend karakter van de huidige wetgeving in stand houdt. Een afschaffing zou dan ook bijdragen om het stigma rond abortus te doorbreken.

Samenvatting

Groen wil enerzijds abortus opnemen in de grondwet “als basisrecht voor vrouwen en mensen die zwanger kunnen worden” en anderzijds “de huidige wet aanpassen aan de inzichten van onafhankelijke experten” (p. 217). De partij wil abortus erkennen als een vorm van gezondheidszorg, zodat abortus onder noodzakelijke gezondheidszorg valt voor vrouwen en personen zonder wettig verblijf. Groen pleit voor de afschaffing van de verplichte wachttijd die vandaag zes dagen bedraagt en voor de verlenging van de termijn waarbinnen “abortus gepleegd kan worden” van 12 weken tot minstens 18 à 22 weken (p. 217). Ook wil ze dat personen die illegaal een abortus ondergaan gedecriminaliseerd worden en dat de toegang tot medicamenteuze abortus vergemakkelijkt wordt (p. 217). Opmerkelijk is dat Groen pleit voor het mogelijk maken van abortus voor minderjarigen zonder toestemming van ouders of voogd, wat vandaag echter al wordt voorzien door de abortuswetgeving (p. 217). Tenslotte pleit Groen voor een versterkte preventie van ongewenste zwangerschap door langdurige anticonceptie (implantaat of spiraal) terug te betalen (p. 218).

Ook wil Groen dat gendergelijkheid, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten een leiddraad moeten vormen in Belgisch buitenlandbeleid. Zo vindt de partij dat de regering op Belgisch, Europees en internationaal niveau moet investeren in het bevorderen van deze rechten voor alle individuen, onder meer door financiering en technische bijstand te verlenen aan seksuele voorlichting, de toegang tot betaalbare anticonceptie te verbeteren en te pleiten voor veilige en legale abortusdiensten (p. 321). Vanuit een internationaal en mensenrechtenperspectief pleit Groen ervoor om het recht op veilige en legale abortus op te nemen in het Handvest van de Grondrechten van de EU, evenals de Verdragen van de EU (p. 320, 359).

Impact

Het verlengen van de wettelijke termijn tot 18 weken vermindert de tijdsdruk op ongewenst zwangeren die de huidige grens van 12 weken naderen.  Bovendien moeten personen die de huidige termijn van 12 weken al overschreden niet meer naar Nederland of het VK trekken, waar abortus mogelijk is tot 22 weken na bevruchting. Belangrijk is dat een abortus in het buitenland verhoogde kosten met zich meebrengt. In de huidige abortuswetgeving is de toegang tot abortus na 12 weken een privilege voor wie het kan betalen. De verlenging die Groen bepleit betekent democratisering van het recht op abortus. Het afschaffen van de bedenktijd helpt dan weer om het stigma rond abortus en moraliserend karakter van de huidige wetgeving terug te dringen. Iemand die om abortus vraagt verplichten om zich zes dagen te bedenken, insinueert namelijk dat die vraag onderdoordacht of zelfs verkeerd is. Door het recht op abortus op te nemen in de Grondwet, de Handvest van de Grondrechten van de EU, evenals de Verdragen van de EU, wordt deze vrijheid op zelfbeschikking wettelijk veiliggesteld en bevorderd in buitenlands beleid. Groen wil dat België actief seksuele en reproductieve rechten en vrijheden bevordert in het buitenland, wat kan bijdragen aan meer gendergelijkheid in het buitenland. Tenslotte is de roep om abortus voor minderjarigen mogelijk te maken zonder toestemming van ouders of voogd opmerkelijk vermits dit al wordt voorzien door de huidige wetgeving.

Samenvatting

Abortus komt niet aan bod in het partijprogramma van N-VA.

Impact

Het is opvallend dat N-VA niets zegt over abortus in haar partijprogramma. Het thema was immers voor haar een breekpunt tijdens de onderhandelingen voor het vormen van de nieuwe regering in 2020. De onenigheid over het thema leidde ertoe dat de mogelijkheid van een federale regering met N-VA op de klippen liep, waarna de Vivaldi-regering met cd&v werd gevormd, hoewel een versoepeling van de abortuswet ook voor hen onbespreekbaar was. Ook tijdens de afgelopen legislatuur werd een hangend wetsvoorstel dat de abortuswetgeving wil versoepelen opnieuw voorwerp van verhit politiek debat. Het is dan ook een belangrijk thema geworden in de verkiezingscampagnes in aanloop naar 9 juni waar verschillende partijen zich rond profileren. Dat N-VA haar standpunt hierover niet toelicht, is dus opvallend. De partij heeft immers wel degelijk een uitgesproken standpunt over abortus: zij is namelijk tegen de uitbreiding van de legaal toegestane termijn en tegen de afschaffing of inkorting van de verplichte bedenktijd. Dat zijn twee punten waar de vrijzinnige en feministische bewegingen al lange tijd voor strijden en die eveneens deel uitmaken van het hangend wetsvoorstel dat de steun heeft van een onafhankelijke onderzoekscommissie en van de partijen Open Vld, Groen, Vooruit en PVDA. Momenteel is abortus wettelijk toegestaan tot 12 weken na de bevruchting. Wie niet op tijd weet ongewenst zwanger te zijn of tijdig een beslissing neemt, is genoodzaakt om toevlucht te zoeken in clandestiene milieus of naar Nederland te trekken, waar abortus mogelijk is tot 22 weken na de bevruchting. Abortus in het buitenland gaat echter gepaard met verhoogde kosten, waardoor abortus na 12 weken in de praktijk als een privilege kan worden beschouwd. Een uitbreiding van de toegestane termijn in België wordt dan ook aangeraden door experts om sociale uitsluiting tegen te gaan. Het terugbrengen van de verplichte wachtperiode van zes dagen tot 48 uur, of een volledige afschaffing ervan is belangrijk om het stigma rond abortus op te heffen en het moraliserend karakter van de huidige wetgeving terug te dringen.

Samenvatting

In een hoofdstuk getiteld ‘handen af van onze vrijheden’ geeft Open Vld resoluut aan niet te zullen toestaan dat ethische kwesties zoals abortus worden ingeperkt of onbespreekbaar gemaakt. Het parlement en beleidsmakers moeten steeds vrij kunnen discussiëren (en stemmen), zo merkt de partij op (p. 116). Een regeerakkoord mag geen beperkingen opleggen aan dergelijke fundamentele debatten (p. 116). Om die vrijheid en het “fundamenteel recht van vrouwen om te beslissen over eigen buik” te garanderen, wil Open Vld deze vrijheden en rechten verankeren in zowel de nationale wetgeving als de Grondwet (p. 105, 109). “Vrijheid is geen privilege, maar een recht,” aldus Open Vld. Open Vld pleit bovendien voor ‘an even closer union’ en wil liberale grondrechten ook Europees verankeren om ze te beschermen van “conservatieve en extreemrechtse krachten in Europa die de klok willen terugdraaien” (p. 96). De partij pleit voor een uitbreiding van de Handvest van de Grondrechten van de EU met verworven liberale burgerrechten zoals het homouwelijk en abortus, én om het toepassingsgebied ervan te verruimen (p. 96). Burgers moeten volgens Open Vld het handvest kunnen inroepen wanneer lidstaten hun liberale rechten schenden.

Daarnaast pleit Open Vld voor de uitbreiding van de wettelijk toegestane termijn om een zwangerschap af te breken van 12 naar 18 weken (p. 109). Tenslotte wil Open Vld seksuele gezondheid verbeteren via een nieuwe preventiecampagne over ongewenste zwangerschap en het gebruik van condooms om SOA’s te voorkomen (p. 130).

Impact

De focus van Open Vld ligt op het veiligstellen van de vrijheid om te kiezen voor abortus. Dit beoogt zij hoofdzakelijk door deze vrijheid wettelijk te verankeren, in de Grondwet enerzijds en in de Handvest van Grondrechten van de EU anderzijds. Inhoudelijk stelt zij enkel de toegestane termijn te willen uitbreiden van 12 naar 18 weken, maar gaat zij niet in op de huidige wachttermijn die vandaag nog steeds zes dagen bedraagt. Nochtans wordt die bekritiseerd door het wetenschappelijk comité waarnaar zij verwijst in haar programma, alsook door tal van hulpverleners en vrijzinnige en feministische bewegingen, die deze wachttermijn als paternalistisch en een onnodige drempel beschouwen. De inkorting of volledige afschaffing van de wachttermijn zou bovendien bovendien helpen om het stigma en taboe rond abortus te doorbreken en het moraliserend karakter van de huidige wetgeving terug te dringen. De uitbreiding die Open Vld verdedigt is dan weer een goede zaak voor de vijfhonderdtal ongewenst zwangere personen die ieder jaar genoodzaakt zijn naar het buitenland te trekken, naar Nederland bijvoorbeeld waar abortus toegestaan is tot 22 weken na de bevruchting. Abortus in het buitenland gaat echter gepaard met verhoogde kosten, waardoor abortus na 12 weken in de praktijk als een privilege kan worden beschouwd. Een uitbreiding van de toegestane termijn in België wordt dan ook aangeraden door experts om sociale uitsluiting tegen te gaan. Dat Open Vld niet alleen de feministische retoriek van “het recht om baas te zijn in eigen buik” hanteert, maar bepleit dat abortus een recht hoort te zijn en geen privilege, erkent deze ongelijkheid.

Samenvatting

PVDA benadrukt het zelfbeschikkingsrecht als fundamenteel principe, samengevat in het motto ‘mijn lichaam, mijn keuze’. De partij vindt dat de pil gratis moet worden, ook voor wie ouder is dan 25 jaar, en dat langdurige contraceptie zoals het spiraal toegankelijker moet worden. Daarnaast wil ze gratis condooms voorzien bij de huisarts, op scholen en in publieke toiletten. De abortuswetgeving wil PVDA uitbreiden en democratiseren en de toegang tot abortus vereenvoudigen, met specifieke aandacht voor de drempels die vrouwen zonder papieren ervaren. Concreet wil de partij de wettelijke termijn uitbreiden van 12 naar 18 weken, de verplichte bedenktijd terugbrengen van 6 dagen naar 48u en abortus volledig uit het strafrecht halen. Tot slot wil PVDA dat abortus wordt opgenomen in de basisopleiding van artsen en dat het aantal abortuscentra wordt uitgebreid. Opmerkelijk is dat PVDA pleit voor een doorverwijsplicht voor artsen die geen abortus wensen uit te voeren (recht op morele onthouding), wat echter al wet is sinds de laatste wijziging aan de abortuswetgeving in 2018 (pp. 492-3).

Impact

Het verlengen van de wettelijke termijn tot 18 weken vermindert de tijdsdruk op ongewenst zwangeren die de huidige grens van 12 weken naderen.  Bovendien moeten personen die de huidige termijn van 12 weken al overschreden niet meer naar Nederland of het VK trekken, waar abortus mogelijk is tot 22 weken na bevruchting. Belangrijk is dat een abortus in het buitenland verhoogde kosten met zich meebrengt. In de huidige abortuswetgeving is de toegang tot abortus na 12 weken een privilege voor wie het kan betalen. De verlenging die PVDA bepleit betekent democratisering van het recht op abortus. Ook de vereenvoudigde procedure is belangrijk voor inclusie. In het bijzonder vrouwen zonder papieren ervaren extra drempels om hun weg te vinden in alle administratie en doorverwijzingen. Hoewel het inkorten van de wachttermijn tot 48u vooruitgang betekent ten opzichte van de huidige 6 dagen, houdt dit het moraliserend karakter van de huidige wetgeving in stand. Iemand die om abortus vraagt verplichten om zich zes dagen te bedenken, insinueert namelijk dat die vraag onderdoordacht of zelfs verkeerd is. Een afschaffing zou, net zoals het volledig decriminaliseren van abortus, bovendien het stigma rond abortus helpen doorbreken. Abortus integreren in basisopleidingen van artsen en abortuscentra uitbreiden draagt  bij aan een betere en toegankelijkere abortuszorg. De roep om een doorverwijsplicht is opmerkelijk gezien die al tot wet werd gestemd tijdens de laatste wijziging van de abortuswetgeving in 2018.

Samenvatting

Abortus komt niet aan bod in het partijprogramma van Vlaams Belang.

Impact

Het is opvallend dat Vlaams Belang niets zegt over abortus in haar partijprogramma. Enerzijds omdat het een breekpunt bleek bij het vormen van de huidige regering in 2020, tijdens de afgelopen legislatuur opnieuw voorwerp werd van verhit politiek debat en ook vandaag wordt uitgespeeld in de verkiezingscampagnes in aanloop naar 9 juni. Anderzijds valt de stilte van Vlaams Belang over abortus op omdat de partij hierover wel degelijk een uitgesproken standpunt heeft: zij is namelijk tegen de uitbreiding van de legaal toegestane termijn en tegen de afschaffing of inkorting van de verplichte bedenktijd. Dat zijn twee punten waar de vrijzinnige en feministische bewegingen al lange tijd voor strijden en die eveneens deel uitmaken van een hangend wetsvoorstel dat de steun heeft van een onafhankelijke onderzoekscommissie en de partijen Open Vld, Groen, Vooruit en PVDA. Vlaams Belang daarentegen stelt op haar website dat de huidige abortuswetgeving “al ver genoeg gaat”. Momenteel legt een maximum toegestane termijn op voor abortus bepaald op 12 weken na de bevruchting. Wie niet op tijd weet ongewenst zwanger te zijn of tijdig een beslissing neemt, is genoodzaakt om toevlucht te zoeken in clandestiene milieus of naar Nederland te trekken, waar abortus mogelijk is tot 22 weken na de bevruchting. Abortus in het buitenland gaat echter gepaard met verhoogde kosten, waardoor abortus na 12 weken in de praktijk als een privilege kan worden beschouwd. Een uitbreiding van de toegestane termijn in België wordt dan ook aangeraden door experts om sociale uitsluiting tegen te gaan. Het terugbrengen van de verplichte wachtperiode van zes dagen tot 48 uur, of een volledige afschaffing ervan is belangrijk om het stigma rond abortus op te heffen en het moraliserend karakter van de huidige wetgeving terug te dringen.

Samenvatting

Op het vlak van abortus wil Vooruit dat “iedereen de vrijheid heeft om zélf te beslissen over eigen lijf en leven” (p. 232). Wie ongewenst zwanger is in België, zo stelt de partij, moet altijd voor abortus kunnnen kiezen zolang dat medisch en ethisch verantwoord is. Daarom wil ze seksuele en reproductieve rechten, waaronder abortus, verankeren als grondrechten (p. 233). Ook wil de partij abortuszorg erkennen als dringende medische hulp, zodat alle vrouwen, ongeacht hun statuut of levensomstandigheden, effectief toegang hebben tot de afbreking van een ongewenste zwangerschap. Door abortuszorg, net zoals euthanasiezorg, onder de definitie van gezondheidszorg onder te brengen, zijn personen bovendien beschermd door de wet op patiëntenrechten. Verder strijdt Vooruit voor een verdere versoepeling van de abortuswet, en wil de partij de termijn van 12 naar 18 weken verlengen, alsook de bedenktijd afschaffen, die zij als “betuttelend” beoordeelt. Vooruit pleit voor betaalbare abortuszorg en wil een eerste consult en begeleiding op afstand mogelijk maken. Tot slot wil de partij bijkomende gespecialiseerde multidisciplinaire abortuscentra oprichten om de beste zorg te voorzien (p. 233).

Vooruit pleit voor toegankelijke en betaalbare anticonceptie, en wil af van de leeftijdsgrens voor een extra tegemoetkoming van anticonceptie op voorschrift. Voorbehoedsmiddelen die hiv en andere soa’s helpen voorkomen, zoals PrEP en condooms, wil de partij eveneens goedkoper en toegankelijker aanbieden. Tot slot wil Vooruit blijven inzetten op sensibilisering rond een goede seksuele gezondheid (zie ook relationele en seksuele opvoeding).

Impact

Het verlengen van de wettelijke termijn voor abortus tot 18 weken vermindert de tijdsdruk op ongewenst zwangere personen die de huidige grens van 12 weken naderen. Ook zou een verlenging betekenen dat personen die dit maximumtermijn al overschreden niet meer naar Nederland of het VK moeten te trekken, waar abortus mogelijk is tot 22 weken na bevruchting. Belangrijk is dat een abortus in het buitenland verhoogde kosten met zich meebrengt. Onder de huidige abortuswetgeving is de toegang tot abortus na 12 weken dan ook vooral een privilege voor wie deze kosten kan dragen. De verlenging die Vooruit bepleit betekent democratisering van het recht op abortus. Het afschaffen van de bedenktijd helpt dan weer om het stigma rond abortus en moraliserend karakter van de huidige wetgeving terug te dringen. Iemand die om abortus vraagt verplichten om zich zes dagen te bedenken, insinueert namelijk dat die vraag onderdoordacht of zelfs verkeerd is.

Samenvatting

Opvallend is dat cd&v binnen het thema gelijke kansen een specifiek onderdeel wijdt aan het bevorderen van gendersensitieve gezondheidszorg en daarin uitgebreid duiding geeft bij de problematiek van de genderdatakloof die leidt tot laattijdige diagnoses en gebrekkige zorg (p. 91). In een hoofdstuk gewijd aan ‘kwaliteitsvolle zorg voor iedereen’ pleit cd&v voor meer aandacht voor vrouwspecifieke aandoeningen, niet alleen in medisch en (pre)klinisch onderzoek en in de opleiding van zorgprofessionals, maar ook in de ontwikkeling van behandelingen en zorgpaden” (p. 17). De partij erkent namelijk dat vrouwen door een tekort aan kennis en onderzoek soms niet de kwalitatieve zorg ontvangen die ze verdienen, en dat gezondheidsproblemen bij vrouwen soms te laat gediagnosticeerd, onjuist beoordeeld of over het hoofd gezien worden omdat medisch onderzoek vaak op mannen is gebaseerd, zoals bij hart- en vaatziekten (p. 17). Specifiek verwijst cd&v naar laattijdige diagnoses bij endometriose en lipoedeem. Ook merkt zij op dat symptomen van de menopauze niet serieus genomen worden. Tegelijkertijd benadrukt de partij het belang van “aandacht voor mannelijke patiënten bij ziekten die vooral bekend staan als vrouwenaandoeningen, zoals borstkanker” (pp. 17). Tenslotte pleit cd&v voor een goede genderbalans bij de ontwikkeling en commercialisering van geneesmiddelen zodat ze beter afgestemd zijn op vrouwen dan momenteel vaak het geval is (p. 18, 91). Verschillen in bijwerkingen moeten bovendien op de bijsluiter vermeld staan, aldus cd&v (p. 18).

Impact

Meer en beter onderzoek naar gender in gezondheidszorg is nodig om de genderdatakloof te dichten en meer inzicht te krijgen in bepaalde gezondheidsthema’s die zich bij vrouwen anders of specifiek manifesteren. De partij is zich uitermate bewust van de problematiek en geeft hierrond uitgebreid duiding in haar partijprogramma. Tegelijkertijd heeft zij ook aandacht voor ziektebeelden die onvoldoende worden opgemerkt bij mannen, zoals borstkanker. Haar pleidooi voor een gendersensitieve gezondheidszorg berust op het bevorderen van gelijke kansen in gezondheidszorg, die ze wil bereiken door in eerste instantie in te zetten op meer en beter onderzoek, bijvoorbeeld door een goede genderbalans in (pre)klinisch onderzoek. Met welke concrete maatregelen de partij dit precies wil bereiken, blijft echter onduidelijk. Zonder bindende maatregelen of quota kan deze eis voor een goede genderbalans namelijk dode letter blijven. Dat verschillen in bijwerkingen op de bijsluiter van geneesmiddelen vermeld moeten staan, is evenzeer een belangrijke maatregel om het brede publiek te informeren en sensibiliseren rond gender- en sekseverschillen op het vlak van gezondheidszorg, maar moet ook verplicht worden om effectief te zijn.

Menstruatiearmoede en -welzijn

Samenvatting

In het kader van nood- en voedselhulp vermeldt cd&v de problematiek van menstruatiearmoede. cd&v wil nagaan hoe de overheid ervoor kan zorgen dat elk meisje en elke vrouw toegang heeft tot menstruatieproducten, met specifieke focus op de meest kwetsbaren. De partij denkt bijvoorbeeld aan de OCMW’s die vanuit hun aanvullende steun een extra budget voor menstruatieproducten kunnen toekennen aan vrouwen en meisjes die inwonen in een gezin waarvan het gezinsinkomen onder het referentiebudget voor een menswaardig inkomen valt (pp. 214-215).

Impact

Hoewel cd&v zich nog niet beslist uitspreekt over mogelijke maatregelen, staat zij ervoor open om te onderzoeken welke maatregelen de overheid kan treffen om menstruatiearmoede tegen te gaan. Dat is belangrijk omdat menstruatiearmoede de meest kwetsbare personen ervan weerhoudt volwaardig te participeren in de samenleving. Over hevige menstruatiepijn formuleert de partij echter geen standpunt, hoewel ook die problematiek een negatieve invloed heeft op de participatie van patiënten aan de samenleving, evenals op hun onderwijs- en arbeidsparticipatie.

Endometriose

Samenvatting

cd&v pleit voor “grondig onderzoek naar aandoeningen die specifiek vrouwen treffen, zoals endometriose en PCOS” (p. 18). De partij stelt dat er meer bewustwording nodig is onder zorgprofessionals, onderwijsmedewerkers, werkgevers, bedrijfsartsen, verzekeringsmaatschappijen en het algemene publiek. Concreet wil cd&v dat er binnen het jaar na de regeringsvorming een actieplan opgemaakt wordt om vrouwen met endometriose te ondersteunen (p. 18).

Impact

cd&v pleit voor meer onderzoek en een actieplan om personen met endometriose beter te ondersteunen. Op die manier zet de partij in op meer kennis over de problematiek, wat essentieel is voor vroegtijdige detectie, juiste diagnosticering en kwalitatieve zorg. Dit draagt bij aan een hogere levenskwaliteit van individuele patiënten, evenals aan hun volwaardige participatie in de samenleving. Een actieplan is nodig om meer bewustzijn te creëren en in te zetten op sensibilisering en accommodatie. De partij laat wel na te verduidelijken welke concrete maatregelen of stappen dit actieplan teweeg moet brengen.

Perimenopauze

Samenvatting

In het kader van ‘kwaliteitsvolle zorg voor iedereen’ kaart cd&v aan dat de symptomen van de menopauze vaak niet serieus genomen worden (p. 19). Dat wijdt de partij aan een tekort aan kennis en onderzoek rond het lichaam en de gezondheid van vrouwen en wil zij dan ook terugdringen door meer te investeren in onderzoek. Verder kaart cd&v de perimenopauze aan in haar pleidooi voor een “leeftijdsvriendelijke arbeidsmarkt” die oudere werknemers in staat stelt om op een gezonde manier aan de slag te blijven (p. 78). Dat vraagt om maatwerk en eventuele aanpassingen van het takenpakket, aldus cd&v. “Voor vrouwen die veel last hebben van menopauzeklachten, is het belangrijk dat zij ook op het werk tijdelijke maatregelen kunnen treffen om symptomen te temperen of dat zij kunnen rekenen op begrip van leidinggevenden en collega’s.” (p. 78) Voor de partij is het belangrijk om perimenopauzeklachten bespreekbaar te maken op het werk. Alleen zo kan hiermee rekening gehouden worden en worden personen niet onterecht negatief beoordeeld, zo luidt het bij cd&v (p. 171). De partij wil vanuit de overheid ondersteuning bieden aan werkgevers om hierop in te zetten en arbeidsomstandigheden te verbeteren. Op die manier beoogt zij te vermijden dat vrouwen vroegtijdig de arbeidsmarkt verlaten (p. 78).

Impact

De partij pleit in eerste instantie voor meer onderzoek zodat personen die perimenopauzeklachten ervaren kunnen rekenen op kwaliteitsvolle zorg. Meer onderzoek is nodig om meer kennis te vergaren en verspreiden over perimenopauze en efficiënte en kwalitatieve behandelingsmethoden te ontwikkelen om de levenskwaliteit van vrouwen te verhogen. Deze wetenschappelijke inzichten zijn bovendien nodig om een onderbouwd beleid uit te tekenen om de participatie van vrouwen in de perimenopauze te ondersteunen. cd&v wil werkgevers sensibiliseren en aanmoedigen om accommodatie te voorzien voor personen die veel last hebben van perimenopauzeklachten zodat zij zo goed mogelijk omkaderd zijn en hun werk werkbaar blijft. De nadruk op sensibilisering draagt bij aan het doorbreken van het taboe rond de perimenopauze.

Samenvatting

Groen wil blijven investeren in gezondheid en welzijn, en tegelijk werken aan manieren om de beschikbare middelen optimaal in te zetten. De partij benoemt een aantal grenzen waar onze gezondheidszorg vandaag op botst, waaronder wachtlijsten en personeelstekorten in de zorg en “te veel mensen die niet de zorg krijgen die ze nodig hebben” (p. 210). Gender wordt daarbij niet specifiek benoemd. In een ander hoofdstuk gewijd aan het thema gender uit de partij daarentegen expliciet de ambitie om de genderdatakloof te dichten. Onder meer door “het systematisch opnemen van genderidentiteit als variabele in statistieken van de overheid en in de verwerking en analyse van de gegevens” (p. 274). Meer oog voor genderidentiteit en sekse in wetenschappelijk onderzoek en specifiek klinisch en farmaceutisch onderzoek komt echter niet aan bod in het partijprogramma van Groen.

Impact

Groen is zich bewust van een historisch gegroeide genderongelijkheid in wetenschappelijk onderzoek waardoor gender- en seksespecifieke kennis over vrouwen vaak ontbreekt. Ze geeft aan de genderdatakloof in het algemeen te willen aanpakken. De partij gaat echter niet specifiek in op de implicaties van klinisch en farmaceutisch onderzoek voor gezondheidszorg.

Menstruatiearmoede en -welzijn

Samenvatting

Om menstruatiearmoede tegen te gaan pleit Groen voor gratis menstruatieproducten op school (p. 11). De partij wil bestaande proefprojecten opschalen in samenspraak met onderwijskoepels, -netten en armoedeorganisaties, alsook in overleg met schoolteams en met leerlingenraden, die volgens de partij het beste kunnen aangeven wat werkt (p. 192).

Impact

Dat Groen bestaande proefprojecten rond gratis menstruatieproducten in scholen wil opschalen kan menstruatiearmoede bij schoolgaande jeugd helpen tegengaan, wat niet alleen hun welzijn en levenskwaliteit verhoogt, maar ook drempels verkleint om naar school te komen en te participeren in extracurriculaire activiteiten. Menstruatiearmoede beperkt zich echter niet tot jongeren. Ook volwassenen beschikken soms niet over voldoende middelen om menstruatieproducten te kopen. Het ontbreekt aan structurele maatregelen om menstruatiearmoede op grote schaal tegen te gaan, evenals beleidsvoorstellen rond hevige menstruatiepijnen, die evenzeer een negatieve impact hebben op de onderwijs- en arbeidsparticipatie van patiënten.

Endometriose

Samenvatting

Endometriose komt niet aan bod in het partijprogramma van Groen.

Impact

Endometriose is nog steeds weinig bekend, ook bij medisch personeel. Patiënten lopen vaak jarenlang rond zonder hulp of correcte diagnose. Er is nood aan politieke aandacht en investeringen om onderzoek te bevorderen en aan sensibilisering te doen onder hulpverleners. Dit is nodig om meer kennis te vergaren en verspreiden over endometriose en efficiënte en kwalitatieve behandelingsmethoden te ontwikkelen.

Perimenopauze

Samenvatting

Perimenopauze komt niet aan bod in het partijprogramma van Groen.

Impact

De perimenopauze is nog steeds taboe. De effecten ervan op het welzijn, maar ook op de participatie van vrouwen in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, en breder in de samenleving zijn uiteenlopend en onderbelicht. Er is nood aan meer politieke aandacht om het thema bespreekbaar te maken en hierover te sensibiliseren. Daarnaast is er nood aan investeringen om onderzoek te bevorderen. Dit is nodig om meer kennis te vergaren en verspreiden over perimenopauze en efficiënte en kwalitatieve behandelingsmethoden te ontwikkelen om de levenskwaliteit van vrouwen te verhogen. Deze wetenschappelijke inzichten zijn tenslotte nodig om een onderbouwd beleid uit te tekenen om de participatie van vrouwen in de perimenopauze te ondersteunen.

Samenvatting

N-VA stelt dat technologie en digitalisering zorg toegankelijker en kwalitatiever kan maken (p. 30). Zo wil de partij dat burgers hun gezondheidsdata kunnen ‘doneren’ met garanties voor hun privacy, net zoals voor een orgaandonatie. Door medische dossiers, genetische informatie, biologische stalen en informatie over levensstijl beschikbaar te stellen voor wetenschappelijk onderzoek wil de partij nieuwe inzichten stimuleren voor gezondheidsvraagstukken. De nood aan dataverzameling rond gender- en sekseverschillen voor genderbewuste gezondheidszorg vermeldt N-VA echter niet.

Impact

Het delen van data voor wetenschappelijk onderzoek kan een bijdrage leveren aan het dichten van de genderdatakloof mits daarbij aandacht wordt besteed aan het differentiëren op basis van sekse enerzijds, en genderidentiteit anderzijds. Gezien N-VA niet de expliciete nood aan meer genderspecifieke en seksespecifieke data vermeldt, is het onduidelijk of hun voorstellen genderspecifieke en genderbewuste zorg kunnen bevorderen.

Menstruatiearmoede en -welzijn

Samenvatting

Menstruatiearmoede en -welzijn komen niet aan bod in het partijprogramma van N-VA.

Impact

Gezien dit onderwerp niet aan bod komt in haar partijprogramma, valt aan te nemen dat N-VA hierover geen beleidsvoorstellen uitgewerkt heeft. Hierdoor negeert de partij de specifieke noden en uitdagingen die gepaard gaan met menstruatie, in het bijzonder voor personen in armoede (lees meer bij Netwerk tegen Armoede). Nochtans weerhoudt menstruatiearmoede de meest kwetsbare personen ervan volwaardig te participeren in de samenleving en is er bovendien nood aan beleid rond hevige menstruatiepijn, net zoals rond endometriose.

Endometriose

Samenvatting

Endometriose komt niet aan bod in het partijprogramma van N-VA.

Impact

Endometriose is nog steeds weinig bekend, ook bij medisch personeel. Patiënten lopen vaak jarenlang rond zonder hulp of correcte diagnose. Er is nood aan politieke aandacht en investeringen om onderzoek te bevorderen en aan sensibilisering te doen onder hulpverleners. Dat is nodig om meer kennis te vergaren en verspreiden over endometriose en efficiënte en kwalitatieve behandelingsmethoden te ontwikkelen.

Perimenopauze

Samenvatting

Perimenopauze komt niet aan bod in het partijprogramma van N-VA.

Impact

De perimenopauze is nog steeds taboe. De effecten ervan op het welzijn, maar ook op de participatie van vrouwen in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, en breder in de samenleving zijn uiteenlopend en onderbelicht. Er is nood aan meer politieke aandacht om het thema bespreekbaar te maken en hierover te sensibiliseren. Daarnaast is er nood aan investeringen om onderzoek te bevorderen. Dit is nodig om meer kennis te vergaren en verspreiden over perimenopauze en efficiënte en kwalitatieve behandelingsmethoden te ontwikkelen om de levenskwaliteit van vrouwen te verhogen. Deze wetenschappelijke inzichten zijn tenslotte nodig om een onderbouwd beleid uit te tekenen om de participatie van vrouwen in de perimenopauze te ondersteunen.

RoSa vzw

Kenniscentrum voor gender en feminisme

Contactpersoon pers:
Bieke Purnelle, directeur – 0488 46 09 43

Een woordje uitleg

Gender verwijst naar het geheel van dominante ideeën, sociale normen en maatschappelijke verwachtingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Het gaat niet over persoonlijke opvattingen, maar over wat er leeft in de samenleving. Gender gaat over cultuur veeleer dan natuur. Welke eigenschappen vinden we typisch ‘vrouwelijk’ en welke ‘mannelijk’? Welke rollen en taken vinden we ‘normaal’ voor vrouwen, en welke voor mannen? Welk gedrag vinden we ‘gepast’ of juist ‘ongepast’ voor vrouwen en mannen? En hoe organiseren al die overtuigingen onze samenleving?

Sekse of biologisch geslacht daarentegen is puur biologisch. Het gaat dus over iemands biologisch geslacht en verwijst naar lichamelijke verschillen op het vlak van genen, genitaliën of geslachtsklieren die geslachtshormonen aanmaken. Het zijn verschillen die we kunnen vaststellen en waarover we feitelijke uitspraken kunnen doen. Het binaire model gaat uit van twee geslachten: mannen en vrouwen, met welomlijnde en van elkaar verschillende geslachtskenmerken. Maar er zijn ook mensen van wie de geslachtskenmerken niet binnen de klassieke tweedeling M/V vallen. Die mensen hebben een intersekse lichaam.

Genderidentiteit draait dan weer om het zelfbeeld en identiteitsgevoel van een individu. Hoe voelt iemand zich op het spectrum van mannelijkheid en vrouwelijkheid? Sluit dat gevoel aan bij het label dat die kreeg bij de geboorte? Genderidentiteit is hoogst persoonlijk en kan niet bepaald worden door een ander. Sekse en genderidentiteit zeggen dus iets over het lichaam en identiteitsgevoel van een individu, terwijl gender iets zegt over de verwachtingen en de structuren in de samenleving. Hoewel de samenleving verwacht mensen te kunnen indelen in binaire hokjes, is er dus veel meer diversiteit tussen mensen op het vlak van sekse of genderidentiteit.