Search
Close this search box.

Arbeid en zorg (Groen)

Samenvatting

Groen streeft naar een gendergelijkwaardige samenleving waarin verantwoordelijkheden gelijk verdeeld worden en gezinnen tijd hebben voor elkaar. De partij wil moederschapsrust uitbreiden van 15 naar 20 weken, ongeacht het statuut van de moeder, en de uitkeringen optrekken (p. 160). Ook het recht op borstvoedingspauzes wil Groen uitbreiden van 9 maanden naar 1 jaar. Werkgevers moeten daarvoor een geschikte ruimte voorzien, aldus Groen (pp. 160-161). Geboorteverlof wil Groen automatisch toekennen en gelijkschakelen met moederschapsverlof (p. 160). Hiermee wil de partij zowel zwangerschapsdiscriminatie op de arbeidsmarkt tegengaan als een gendergelijke taakverdeling thuis aanmoedigen. Om diezelfde reden wil de partij een gelijke opname van zorgverlof stimuleren aan de hand van een genderbonus: wanneer beide ouders het volledige ouderschapsverlof van vier maanden opnemen, wil Groen ze samen drie maanden extra verlof toekennen (p. 274). Ook pleit Groen voor de verlenging en harmonisering van zorgverloven, de afschaffing van anciënniteitsvoorwaarden, hogere uitkeringen en een gelijkstelling in de pensioenstelling (p. 7). Zo wil Groen elke (pleeg)ouder toegang geven tot zorgverloven, ongeacht statuut, aantal werkuren of anciënniteit bij een werkgever. Momenteel is zorgverlof niet overdraagbaar tussen ouders en dat wil de partij zo behouden om een gelijke taakverdeling te stimuleren. Wanneer echter alle zorg bij één ouder ligt, moet die recht krijgen op het zorgverlof van de afwezige of overleden ouder (p. 161). Uitkeringen wil Groen optrekken tot minimaal 82% van het brutoloon. In het bijzonder voor mensen met een laag inkomen wil de partij uitkeringen verhogen door het invoeren van een ondergrens die gelijk staat aan het minimumloon. Ook wil Groen het verlof voor mantelzorg harmoniseren en verbeteren door flexibeler voorwaarden voor wie dit verlof kan opnemen. Op termijn wil de partij de duur van het verlof ook aanpassen aan de realiteit, dat wil zeggen uitbreiden (pp. 161-162). Tenslotte wil Groen de mogelijkheid onderzoeken om grootouderschapsverlof in te voeren in België (p. 160) en pleit zij voor het bevriezen van werkloosheidsuitkeringen gedurende de periode van de moederschapsrust en het uitbreiden van ontslagbescherming bij zorgverloven van 3 maanden naar 1 jaar (p. 7, 160).

Onbetaalde zorgarbeid wil Groen beter waarderen door middel van een welvaartsgarantie . Dit houdt in dat een deel van het inkomen losgekoppeld wordt van betaalde arbeid op de arbeidsmarkt. De partij beschrijft het voorstel als een realistisch alternatief op het basisinkomen om individuele keuzes over de individuele arbeidsduur eenvoudiger te maken (pp. 157-158). Zolang dit geen realiteit is, wil Groen inzetten op financieel haalbare en toegankelijke (zorg)verlofstelsels. Ook collectieve arbeidsduurverkorting wil de partij aanmoedigen, onder meer door kortere werkweken te installeren in sectoren met hoge intensiteit en hoge flexibiliteit zoals de dienstencheque- en de bouwsector. Op termijn wil Groen evolueren naar een voltijdse werkweek van 32 uur met behoud van loon voor lage- en middeninkomens (pp. 158-159). Hiermee wil de partij iedereen de kans bieden om betaalde en onbetaalde arbeid, werk en vrije tijd evenwichtiger te verdelen. Tenslotte wil Groen onbetaalde zorg zichtbaar maken door deze beter te meten en monitoren (p. 158).

Volgens Groen kan de crisis in de kinderopvang, net als in andere zorgsectoren, enkel verholpen worden door betere arbeids- en loonvoorwaarden (p. 158). Ook huishoudhulpen, die andermans betaald werk mogelijk maken, moeten beter verloond en omkaderd worden, aldus Groen. De partij stelt dan ook dat kwalitatieve voorwaarden gekoppeld moeten worden aan de subsidiëring van de dienstenchequesector (p. 172). Zo moet er worden ingezet op preventie, bestrijding van discriminatie en ongewenst gedrag, minimale normen voor vorming en doorgroeimogelijkheden (p. 172). Ook wil Groen zowel het milieu als de gezondheid van huishoudhulpen beschermen door minimumeisen vast te leggen over poetsmateriaal en -producten (p. 166). Tenslotte wil Groen de bijdrage van klanten optrekken naar het niveau van andere gewesten en het fiscaal voordeel afbouwen. Die prijsstijging moet vooral werknemers in de sector ten goede komen, met een minimale loonsverhoging van 1 euro per uur. Ook de verplaatsingskosten moeten beter vergoed worden, met name door de werkgever. Groen roept sociale partners op om in hun cao’s te onderhandelen over een eindejaarspremie en syndicale premie (p. 143). De norm voor voltijds werk in deze sector specifiek moet volgens Groen stapsgewijs worden verlaagd van 38 naar 35 naar 30 uur. Uitbuiten van huishoudhulpen in de informele sector, voornamelijk kwetsbare vrouwen zonder verblijfsrecht, wil Groen tegengaan via een derdepartijsysteem met collectieve arbeidsovereenkomst en inspectiediensten, evenals een informatie- en ondersteuningspunt (pp. 173-174).

De loonkloof wijt Groen enerzijds aan de ondervertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies (p. 55) en anderzijds aan het feit dat vrouwen vaker deeltijds werken omwille van ongelijke verdeling van zorgtaken (p. 142, 145-146). Groen wil dan ook inzetten op het gelijkwaardig maken van loopbanen van mannen en vrouwen, bijvoorbeeld door de genderbonus en welvaartsgarantie. Daarnaast dringt Groen aan op de omzetting van de EU-richtlijn over loontransparantie en herziening van de loonkloofwet met duidelijke objectieven, controlemechanismen en sancties (p. 146). Met het oog op gelijke participatie op de arbeidsmarkt wil Groen genderstereotiepe studiekeuzes ontmoedigen en het glazen plafond wegnemen (lees meer bij vertegenwoordiging en besluitvorming) (p. 146). Bedrijven moeten volgens Groen actieplannen voorleggen, in overleg met de vakbonden, om de loonkloof te dichten. Tenslotte wil zij het recht op meer uren of voltijdse contracten afdwingbaar maken voor al wie onvrijwillig deeltijds werkt (p. 146).

De pensioenkloof wil Groen in eerste instantie dichtrijden door de voorgaande voorstellen om de loopbaan van vrouwen en mannen gelijker te maken. Daarnaast moet elke pensioenhervorming de genderdimensie voldoende centraal stellen, aldus Groen (p. 179). Ook wil de partij deeltijds werk laten valoriseren voor toegang tot de minimumpensioenen, gelijkgestelde periodes behouden en bijdragen van zelfstandigen in bijberoep laten meetellen voor extra pensioenrechten (p. 180). Tenslotte wil Groen pensioenvoordelen voor gehuwden uitbreiden naar wettelijk samenwonenden (p. 180).

Impact

Groen erkent dat vrouwen nog steeds ongelijk participeren op de arbeidsmarkt en daardoor gemiddeld minder verdienen dan mannen, en dat zij tegelijkertijd het gros van de zorgtaken op het thuisfront opnemen. Die twee feiten zijn dan ook met elkaar verbonden. Veel vrouwen werken deeltijds omdat het de enige manier is om werk, zorg en huishouden te combineren. Een stereotiepe rolverdeling, samen met hun vaak lagere loon, zorgt ervoor dat vooral vrouwen deeltijds werken. De voorstellen van Groen om de ongelijkheid op beide fronten weg te werken bieden een structurele aanpak van de problematiek. De uitbreiding van moederschapsrust naar twintig weken en gelijkstelling aan het geboorteverlof geeft ouders langer de tijd om zorg voor het kind gelijk te verdelen en maakt het mogelijk voor individuele gezinnen om gendergelijke rolpatronen te installeren vanaf de geboorte van een kind. Zorgverlofstels zijn immers belangrijke instrumenten om die gelijke rolpatronen doorheen de levensloop van het kind te onderhouden. De voorstellen van Groen geven deze maatregelen een boost. Bovenal de genderbonus is een belangrijk signaal en tastbare aanmoediging om gelijke opname van verlof en zorg aan te moedigen. Het automatisch toekennen van geboorteverlof voorkomt dan weer dat er vanuit de werkomgeving druk kan worden gezet om deze niet (volledig) op te nemen. De uitbreiding van moederschapsrust ondersteunt ook moeders die langer borstvoeding willen geven. Ook daarvoor heeft Groen oog: zij wil op termijn borstvoedingsverlof uitbreiden. De voorstellen van Groen dragen ertoe bij dat zorgverlof financieel haalbaar en toegankelijker wordt, specifiek voor alleenstaande ouders en ouders met een lager inkomen, en draagt zo bij aan het creëren van meer gelijke kansen.

Ook relevant in het kader van een gelijkere verdeling van arbeid en zorg binnen het gezin is de kortere werkweek die Groen verdedigt. Op termijn wil zij evolueren naar een 32-urenweek met behoud van loon voor lage- en middeninkomens. Op korte termijn ligt de focus op het stapsgewijs invoeren van een 30-urenweek in specifieke sectoren, waaronder dienstenchequesector (die momenteel in crisis verkeert en waar voornamelijk vrouwen werken) en de bouwsector (waar uitbuiting veel voorkomt en waar voornamelijk mannen werken). Dit zou een positief effect hebben op de lonen en arbeidsvoorwaarden van een grote groep kwetsbare vrouwen en mannen, en bijdragen aan meer gelijke kansen. Voor vrouwen specifiek, die vaker deeltijds werken, zou een nieuwe voltijdse norm meer financiële zekerheid bieden. Dit voorstel draagt dan ook bij aan het dichten van de loonkloof. Daarnaast is ook de welvaartsgarantie van Groen een belangrijke maatregel om de loonkloof terug te dringen, omdat die zou voorzien in een inkomen voor wie onbetaalde zorgarbeid verricht, voornamelijk vrouwen.

De maatregelen van Groen inzake arbeid en zorg zijn gericht op een cultuurverandering die komaf maakt met genderstereotypen die vrouwen als primaire gezinsverzorger en mannen als primaire kostwinner beschouwen. Tot slot zijn een aantal maatregelen, zoals het gelijkstellen, uitbreiden en aanmoedigen van gelijke opname van moederschapsrust en geboorteverlof, belangrijk om de discriminatie van vrouwen op de arbeidsmarkt tegen te gaan en de loon-, loopbaan- en pensioenkloof weg te werken. Ze versterken de financiële onafhankelijkheid van vrouwen en bieden meer vrouwen stabiele en volwaardige jobs met een degelijk loon. Armoede wordt bovendien bestreden door de welvaartsgarantie.