Search
Close this search box.

Terugblik gender

RoSa vzw en Vrouwenraad nemen het beleid van de afgelopen legislatuur onder de loep

Op het vlak van gender merkten RoSa vzw en de Vrouwenraad een groeiende aandacht voor thema’s rond de genderdatakloof en vrouwelijke gezondheid, zoals endometriose, de menopauze en menstruatiewelzijn. Hoewel deze thema’s wel aan bod kwamen tijdens parlementaire besprekingen, werd er lange tijd geen beleidsmatige actie ondernomen. Uiteindelijk schoot de Vlaamse regering op initiatief van Groen in actie rond endometriose en op initiatief van Open Vld en cd&v rond perimenopauze. Het is verder te bekijken wat over deze thema’s in de partijprogramma’s gezegd wordt en wat de komende beleidsperiode brengt. Wat er op Europees niveau bewoog op het vlak van gender, lees je hier

Kijken we naar concrete beleidsmatige beslissingen die de afgelopen vijf jaar in eigen land genomen werden en die een impact kenden op onze samenleving, dan zien RoSa vzw en de Vrouwenraad vijf centrale thema’s op het vlak van gender:

1. Seksueel geweld

De afgelopen beleidsperiode werden belangrijke stappen gezet in de strijd tegen seksueel geweld, een vorm van geweld waar vrouwen veel vaker slachtoffer van zijn. We lichten twee betekenisvolle en positieve evoluties uit.

In 2022 zette minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) de hervorming van het seksueel strafrecht in. Toestemming staat daarin centraal. Die moet uit vrije wil gegeven worden. Het ontbreken van een weigering, verzet of verweer, geldt niet als toestemming. Bovendien stelt het Strafwetboek nu uitdrukkelijk dat toestemming op elk moment kan worden ingetrokken. Definities werden verruimd, straffen verhoogd, en alternatieve straffen ingevoerd.

Nadat de eerste Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) in 2017 in Brussel, Gent en Luik werden opgericht, opende Staatssecretaris voor Gelijke Kansen, Gendergelijkheid en Diversiteit Sarah Schlitz (Ecolo) in 2021 drie nieuwe centra in Antwerpen, Leuven en Charleroi. In deze inloopcentra kunnen slachtoffers 24/7 terecht. Psychologen en forensisch verpleegkundigen verlenen er gespecialiseerde en multidisciplinaire zorg. Ook nazorg, advies en bijstand van politie en parket is er mogelijk. Uit evaluaties blijkt dat de slachtoffergerichte zorg een cruciaal verschil maakt voor slachtoffers. De Belgische ZSG zijn op korte tijd uitgegroeid tot een internationale referentie. Opvolger Marie-Colline Leroy (Ecolo) verkreeg bijkomende middelen voor ZSG in Genk, Roeselare, Namen en Aarlen. Momenteel staat de teller op tien ZSG. Toch blijkt slechts één ZSG per provincie niet overal te volstaan. De hoge werklast belemmert een degelijke follow-up van slachtoffers. Bijkomende middelen blijven aangewezen. Op 18 april 2024 heeft het federale parlement alvast een wet goedgekeurd om de Belgische ZSG juridisch te verankeren. Hiermee wordt het voortbestaan op lange termijn verzekerd op het vlak van organisatie, financiering en samenwerking tussen de ziekenhuizen, politie en parket.

Meer weten?

2. Sekswerk

In maart 2022 zag minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) erop toe dat sekswerk in België uit de illegaliteit werd gehaald, een primeur in Europa. Dat is een betekenisvolle overwinning voor sekswerkers en belangenorganisaties, omdat het vrijwillig sekswerk hierdoor zowel juridisch als maatschappelijk erkent als werk. De decriminalisering haalt sekswerkers uit de schaduweconomie, verbetert hun arbeids- en levensomstandigheden en versterkt hun onderhandelingspositie. Dankzij het nieuwe sociale statuut kunnen sekswerkers voortaan leningen aangaan of verzekeringen afsluiten. Ook kunnen ze nu onderhandelen over minimale arbeidsvoorwaarden en sociale rechten opbouwen, zoals vakantiedagen, pensioenopbouw, zwangerschapsverlof, werkloosheidsuitkering en het recht op een vervangingsinkomen. Dat was tot voor kort niet het geval, wat tot chaos, onduidelijkheid en precariteit leidde, zeker in coronatijden toen er lange tijd een contactverbod gold. Ook personen die met sekswerkers samenwerken, zoals boekhouders, verhuurders, verzekeraars of chauffeurs, lopen dankzij de hervorming niet langer risico op vervolging. De nieuwe reglementering haalt sekswerk uit een wettelijke schemerzone en maakt het mogelijk onderscheid te maken tussen uitbating en uitbuiting.

Meer weten?

3. Femi(ni)cide

Feminicide, een vorm van gendergerelateerde moord, is “elke moord op meisjes of vrouwen, louter omdat ze vrouw zijn”. Nadat deze problematiek werd opgenomen in het federaal regeerakkoord en in het Nationaal actieplan in de strijd tegen gendergerelateerd geweld, werd België in juli 2023 het eerste Europese land met een wettelijk kader voor de registratie, preventie en bestrijding van feminicide en gendergerelateerde moorden. De plenaire Kamer keurde dat wetsontwerp unaniem goed (N-VA onthield zich). De wet omvat definities en verruiming, en voorziet in de verzameling en analyse van gegevens over feminicide en gendergerelateerde dodingen, risico-evaluatie en bijscholing van professionals.

Hoewel er belangrijke stappen werden gezet om femicide in kaart te brengen, is het afwachten tot de maatregelen worden toegepast.

Meer weten?

4. Recht op abortus

In België wordt abortus sinds 1990 gedoogd. In 2018 werd de Belgische abortuswetgeving voor het eerst versoepeld, wat vooral van symbolisch belang was. Feministische en vrijzinnige bewegingen, samen met medische medestanders en professionals in de abortuszorg, pleiten al langer voor de afschaffing van de verplichte bedenktijd en een uitbreiding van de legaal toegestane termijn van 12 naar 18 weken zwangerschap. Bij de regeringsvorming van 2019 pleitten de liberalen, groenen en socialisten voor deze wetswijzigingen, in overeenstemming met het advies van onafhankelijke experts. N-VA, Vlaams Belang en cd&v kantten zich tegen deze versoepelingen. De verdeeldheid deed een mogelijke regering met N-VA stranden. PVDA bood een wisselmeerderheid aan om het wetsvoorstel goed te keuren, maar die werd geweigerd. Uiteindelijk trad cd&v toe tot de Vivaldi-regering, maar de partij eiste de aanstelling van een nieuw comité van wetenschappers om abortus in wet en praktijk te evalueren. Dat comité formuleerde in hun rapport (2023) 25 aanbevelingen, waaronder de erkenning van abortus als gezondheidszorg, de afschaffing van de wachttijd, de uitbreiding van de toegestane termijn naar 18 of zelfs 20 weken, en een gelijke en financieel toegankelijke abortuszorg.

Voor meerderheidspartijen Open Vld, Vooruit en Groen is dit rapport overtuigend. Voor cd&v kan er sprake zijn van een maximale uitbreiding van de termijn naar 14 weken. De afgelopen legislatuur bleef de abortuswetgeving dan ook ongewijzigd.

Meer weten?

5. Arbeid en zorg

De balans tussen betaald werk en onbetaalde zorgarbeid thuis werd de afgelopen beleidsperiode voorwerp van politiek debat. Mensen moeten aan het werk, maar dan is er opvang en zorg nodig voor kinderen. Ofwel moet deze zorg kunnen worden uitbesteed en is er dus nood aan kwalitatieve, toegankelijke en betaalbare kinderopvang, ofwel moeten ouders (tijdelijk) minder kunnen werken om deze zorg zelf op te nemen. Een gelijke verdeling van zorgtaken tussen ouders is bovendien essentieel voor gendergelijkheid, zowel thuis als op de arbeidsmarkt. Zonder voorzieningen om de zorg voor kinderen op te vangen, zijn het vooral vrouwen die minder (betaald) werken en daardoor inboeten op het vlak van loon, carrièrekansen en pensioenopbouw. Een ongelijke taakverdeling thuis belemmert dus de economische emancipatie en onafhankelijkheid van vrouwen.

Kinderopvang

Afgelopen beleidsperiode werd de noodzaak van een kwaliteitsvolle kinderopvang pijnlijk duidelijk. De Vlaamse kinderopvang kraakte. Met een ratio van 1 begeleider per 9 kinderen is Vlaanderen de slechtste van de klas in Europa. De werkdruk voor kindbegeleiders is daarmee torenhoog. Veiligheidsproblemen in Vlaamse kinderdagverblijven leidde tot het ontslag van Vlaams minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Wouter Beke (cd&v).

Zijn opvolger Hilde Crevits (cd&v) stelde in het najaar van 2022 een toekomstwerf samen, bestaande uit vertegenwoordigers van de sector, voorzieningen, experten en gebruikersorganisaties. Zij bereidden een hervorming van de kinderopvang voor, die in het voorjaar van 2024 is voorgesteld.

In september 2023 beloofden Vlaamse regeringspartijen cd&v, N-VA & Open Vld jaarlijks 270 miljoen extra te investeren in de kinderopvang. Dit omvat een verlaging van de kindratio, een toevoeging van 5.000 nieuwe plaatsen, een investeringspremie voor onthaalouders en de tijdelijke aanstelling van logistiek personeel om kindbegeleiders te ontlasten. Omdat hun statuut echter onduidelijk is, bestaat de bezorgdheid dat onopgeleid personeel voor de kinderen zal zorgen, wat onwenselijke situaties kan veroorzaken.

Tegelijkertijd werden voorrangsregels aangescherpt: voortaan wordt 90% van de plaatsen in de kinderopvang voorbehouden aan ouders die minstens vier vijfde werken, wat de tewerkstelling van (de meest kwetsbare) vrouwen belemmert en maatschappelijke ongelijkheid dreigt te vergroten. Een coalitie van 19 organisaties trekt onder de gemeenschappelijke naam De Kinderopvangzaak naar het Grondwettelijk Hof om deze voorrangsregels juridisch aan te vechten.

Geboorteverlof, tijdskrediet en thematische verloven

Om werk en gezin/zorg tijdelijk beter te combineren, bestaan er mogelijkheden zoals loopbaanonderbreking (publieke sector), tijdskrediet (privésector) en thematische verloven. In 2023 bespaarde de federale regering op tijdskrediet door de duur ervan te verminderen, evenals de uitkeringen, en bovendien de toegangsvoorwaarden te verscherpen.

Wel werd het geboorteverlof voor vaders en meeouders gestaag uitgebreid van 10 naar 20 dagen voor alle werknemers, ongeacht het arbeidsregime.

Meer weten?

Gelijkekansendecreet

Tot 2022 kregen een aantal gelijkekansenorganisaties in Vlaanderen en in België op jaarlijkse basis subsidies. Duurzaam beleidswerk rond gelijke rechten en kansen is echter beter gebaat met langetermijnplannen. De afgelopen beleidsperiode werkten zowel de Vlaamse als de federale regering aan een kader voor meerjarensubsidies voor gelijkekansen organisaties, wat meer zekerheid creëerde en duurzaam werk mogelijk maakt.

Op federaal niveau kwamen er subsidies op vijfjaarlijkse basis op initiatief van voormalig Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz (Ecolo) en opvolger Marie-Colline Leroy (Ecolo). Deze structurele verankering van financiering voor gelijkekansenorganisaties werd doorgevoerd met steun van de andere regeringspartijen Open Vld, Vooruit, Groen, cd&v, MR en PS.

Ook op Vlaams niveau komen er meerjarensubsidies voor gelijkekansenorganisaties op initiatief van Vlaams Minister van Gelijke Kansen Bart Somers (Open Vld) intussen opgevolgd door Gwendolyn Rutten (Open Vld).

Antidiscriminatie­wetgeving

In juni 2023 keurt het federale parlement een wetsvoorstel goed dat de Belgische antidiscriminatiewetgeving uitbreidt en versterkt. Zo kunnen voorvallen van meervoudige discriminatie voortaan erkend worden. Ook discriminatie door associatie of discriminatie op basis van een verondersteld beschermd criterium werden geïntegreerd. Daarnaast stelt de wetswijziging belangengroepen nu ook in staat om juridische stappen te ondernemen als het slachtoffer geen toestemming kan geven. Voorheen kon dit enkel mits de wettelijke vertegenwoordiger hiermee instemde, maar gezien in sommige gevallen de wettelijke vertegenwoordiger de beschuldigde partij uitmaakt, stelt de wetswijziging van juni 2023 belangengroepen nu in staat om ook in die gevallen juridische actie te ondernemen. Tot slot hield de wetswijziging een modernisering van terminologie in, evenals een verdrievoudiging van de bedragen voor schadevergoeding. Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Marie-Colline Leroy (Ecolo) die het wetsvoorstel indiende, is tevreden. “Door de definities te verruimen en te verduidelijken, maar ook door de daders strenger te straffen, zorgen we voor meer gelijke kansen voor alle burgers,” klinkt het onder meer. Belangrijk is dat de wetswijziging de aanbevelingen volgt die de Commissie voor de Evaluatie van de Federale Antidiscriminatiewetgeving, bestaande uit tien onafhankelijke experts, in 2022 formuleerde.

Een woordje uitleg

Gender verwijst naar het geheel van dominante ideeën, sociale normen en maatschappelijke verwachtingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Het gaat niet over persoonlijke opvattingen, maar over wat er leeft in de samenleving. Gender gaat over cultuur veeleer dan natuur. Welke eigenschappen vinden we typisch ‘vrouwelijk’ en welke ‘mannelijk’? Welke rollen en taken vinden we ‘normaal’ voor vrouwen, en welke voor mannen? Welk gedrag vinden we ‘gepast’ of juist ‘ongepast’ voor vrouwen en mannen? En hoe organiseren al die overtuigingen onze samenleving?

Sekse of biologisch geslacht daarentegen is puur biologisch. Het gaat dus over iemands biologisch geslacht en verwijst naar lichamelijke verschillen op het vlak van genen, genitaliën of geslachtsklieren die geslachtshormonen aanmaken. Het zijn verschillen die we kunnen vaststellen en waarover we feitelijke uitspraken kunnen doen. Het binaire model gaat uit van twee geslachten: mannen en vrouwen, met welomlijnde en van elkaar verschillende geslachtskenmerken. Maar er zijn ook mensen van wie de geslachtskenmerken niet binnen de klassieke tweedeling M/V vallen. Die mensen hebben een intersekse lichaam.

Genderidentiteit draait dan weer om het zelfbeeld en identiteitsgevoel van een individu. Hoe voelt iemand zich op het spectrum van mannelijkheid en vrouwelijkheid? Sluit dat gevoel aan bij het label dat die kreeg bij de geboorte? Genderidentiteit is hoogst persoonlijk en kan niet bepaald worden door een ander. Sekse en genderidentiteit zeggen dus iets over het lichaam en identiteitsgevoel van een individu, terwijl gender iets zegt over de verwachtingen en de structuren in de samenleving. Hoewel de samenleving verwacht mensen te kunnen indelen in binaire hokjes, is er dus veel meer diversiteit tussen mensen op het vlak van sekse of genderidentiteit.