Search
Close this search box.

Terugblik racisme

Kif Kif neemt het beleid van de afgelopen legislatuur onder de loep

De voorbije beleidsperiode ging wat betreft (anti)racisme van start met een ongekende opstoot van protest: de #BlackLivesMatter-golf die begon in de VS na de politiemoord op George Floyd. Ook bij ons kwamen duizenden mensen op straat om zich uit te spreken tegen racisme en politiegeweld. Vlaamse en Belgische politici waren niet ongevoelig voor deze beweging. Bijna het hele politieke spectrum liet zijn Instagram-profielfoto zwart worden en sprak zich uit op sociale media. Hier en daar sijpelde de goede voornemens voorzichtig door in het federaal regeerakkoord. Concreet werden de grote woorden nauwelijks of niet omgezet in daden. De voorbije legislatuur is, wat betreft antiracistisch beleid, vooral eentje van niet nagekomen beloftes. Kif Kif blikt terug op vijf gemiste kansen:

1. Praktijktesten

Naar aanleiding van #BlackLivesMatter kwamen er zowel vanuit de federale als Vlaamse regering politieke beloften die slecht opgevolgd werden. Resoluties die opriepen tot het invoeren van juridische praktijktesten door de oppositie om discriminatie in kaart te bengen werden weggestemd door de regeringspartijen. Het Belgisch antidiscriminatiebeleid is daarmee een ingewikkeld kluwen van verschillende bevoegdheden en beleidsniveaus: op de woonmarkt kiest Vlaanderen voor zelfregulering (lees: geen prakijktesten), op de arbeidsmarkt worden er vooral praktijktesten uitgevoerd om discriminatie te meten (correspondentietesten). Via het plan Samenleven geeft minister Inburgering en Gelijke Kansen Bart Somers (Open Vld) lokale besturen de kans om via praktijkstesten discriminatie te meten. We weten dus ondertussen heel goed of, en waar discriminatie plaatsvindt. Via sensibilisering wordt een deel opgevangen, maar hardnekkige discrimineerders doen dat nog steeds ongestraft: tot op de dag van vandaag worden er geen systematische praktijktesten uitgevoerd die gebruikt kunnen worden voor juridische vervolging.

Meer weten?

2. Congocommissie

Een ander gevolg van de BLM-protesten was de Congocommissie, die bijna twee jaar lang onderzoek deed naar het koloniale verleden van België. De commissie wilde niet alleen het verleden analyseren, maar zich ook over ‘herstel’ buigen en aan­bevelingen doen over de toekomstige samenwerking tussen België, Congo, Rwanda en Burundi. Hoewel het werk grondig voorbereid werd door de commissie eindigde het in een mislukking: de liberale fractie kwam niet eens opdagen voor de stemming van de aanbevelingen. Pijnpunt was de aanbeveling om officiële excuses aan te bieden voor de ‘koloniale overheersing en de uitbuiting, het geweld­ en de ­gruweldaden, de individuele mensenrechtenschendingen en het ­racisme en de discriminatie’. Op deze manier werd het debat over herstelbetaling afgeblokt. Dekoloniale organisaties uit de Congolese diaspora signaleren bovendien dat het gefinaliseerde rapport, met inbegrip van de politieke discussies, een jaar na het afsluiten van de Commissie nog steeds niet publiek gemaakt werd. De fracties van MR, Open Vld, N-VA en Vlaams Belang houden dit tegen. Als het rapport niet gepubliceerd wordt voor het einde van de beleidsperiode is al het werk voor niets geweest en verdwijnt dit stuk geschiedschrijving. 

Meer weten?

3. Interfederaal Actieplan tegen Racisme

Een volgende niet nagekomen belofte is eentje die jammer genoeg al meer dan twintig jaar meegaat: het Interfederaal Actieplan tegen Racisme. Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz (Ecolo) pikte het dossier met goede moed op en slaagde erin om een startnota op de tafel te leggen van zowel administratie als middenveldorganisaties. Vlaams minister voor Gelijke Kansen Bart Somers (Open Vld) zette daarna de Interministeriële Conferentie over het actieplan verder, met tot nog toe weinig resultaat. “Er is vooralsnog geen exacte timing voor de finalisering van het plan, al proberen we het deze legislatuur nog rond te krijgen. Over de looptijd en de opvolging werden nog geen afspraken politiek afgeklopt, maar binnen de laatste versie van het plan zou er inderdaad werk gemaakt worden van een legislatuuroverschrijdende aanpak die vooral op administratief niveau wordt opgevolgd,” klinkt het. De belofte om een Interfederaal Actieplan tegen Racisme uit te werken stamt uit 2001, toen er in Durban (Zuid-Afrika) de World Conference Against Racism plaatsvond, georganiseerd door de Verenigde Naties.

Meer weten?

4. Vlaams Mensenrechteninstituut

Vlaanderen verlaat Unia en richt een Vlaams Mensenrechteninstituut op. In zijn regeerakkoord kondigde de Vlaamse regering de uitstap aan uit gelijkekansenorganisatie Unia. Ondanks uitgebreide kritiek van verschillende middenveldorganisaties, de oppositie, negen negatieve evaluaties van formele adviesraden zoals de SERV en een waarschuwing van de Raad van State, werd er stevig doorgewerkt door minister voor Gelijke Kansen Bart Somers (Open Vld) om de opvolger in maart 2023 aan te kondigen: het Vlaams Mensenrechteninstituut (VMRI) was vanaf dan operationeel en bevoegd voor klachten en meldingen rond discriminatie en mensenrechtenschendingen voor de Vlaamse bevoegdheden en het bevorderen van mensenrechten in Vlaanderen. Vanuit het standpunt van de rechtspositie van slachtoffers is het VMRI een stap achteruit. Het VMRI maakt de switch naar meer buitengerechtelijke procedures en het oprichtingsdecreet schrapt de bestaande expliciete opdracht om slachtoffers te verdedigen voor de rechtbank.

Meer weten? 

5. Het recht op opvang

Tenslotte was er het (non)-beleid van de federale regering ten aanzien van mensen op de vlucht, asielzoekers en ongedocumenteerde mensen. Er waren de schendingen van het recht op opvang en vervolgens de weigering om rechterlijke uitspraken uit te voeren die Belgische staat hiervoor veroordeelden. Deze grootschalige mensenrechtenschending heeft diepgaande gevolgen voor deze kwetsbare groep en kan moeilijk nog een ‘opvangcrisis’ genoemd worden aangezien het het gevolg is van beleid, en niet van onvoorziene omstandigheden. Eerder ging de federale regering ook niet in op de vraag van ongedocumenteerde mensen om hun situatie te regulariseren. In 2021 ging een vierhonderdtal ongedocumenteerde mensen daarvoor in hongerstaking in Brussel. België telt naar schatting tussen 100.000 en 150.000 mensen ‘zonder papieren’ die nauwelijks basisrechten hebben. Er zijn geen duidelijke en openbare criteria voor verblijfsregularisatie.

Meer info?

Antidiscriminatie­wetgeving

In juni 2023 keurt het federale parlement een wetsvoorstel goed dat de Belgische antidiscriminatiewetgeving uitbreidt en versterkt. Zo kunnen voorvallen van meervoudige discriminatie voortaan erkend worden. Ook discriminatie door associatie of discriminatie op basis van een verondersteld beschermd criterium werden geïntegreerd. Daarnaast stelt de wetswijziging belangengroepen nu ook in staat om juridische stappen te ondernemen als het slachtoffer geen toestemming kan geven. Voorheen kon dit enkel mits de wettelijke vertegenwoordiger hiermee instemde, maar gezien in sommige gevallen de wettelijke vertegenwoordiger de beschuldigde partij uitmaakt, stelt de wetswijziging van juni 2023 belangengroepen nu in staat om ook in die gevallen juridische actie te ondernemen. Tot slot hield de wetswijziging een modernisering van terminologie in, evenals een verdrievoudiging van de bedragen voor schadevergoeding. Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Marie-Colline Leroy (Ecolo) die het wetsvoorstel indiende, is tevreden. “Door de definities te verruimen en te verduidelijken, maar ook door de daders strenger te straffen, zorgen we voor meer gelijke kansen voor alle burgers,” klinkt het onder meer. Belangrijk is dat de wetswijziging de aanbevelingen volgt die de Commissie voor de Evaluatie van de Federale Antidiscriminatiewetgeving, bestaande uit tien onafhankelijke experts, in 2022 formuleerde.

Een woordje uitleg

Gender verwijst naar het geheel van dominante ideeën, sociale normen en maatschappelijke verwachtingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Het gaat niet over persoonlijke opvattingen, maar over wat er leeft in de samenleving. Gender gaat over cultuur veeleer dan natuur. Welke eigenschappen vinden we typisch ‘vrouwelijk’ en welke ‘mannelijk’? Welke rollen en taken vinden we ‘normaal’ voor vrouwen, en welke voor mannen? Welk gedrag vinden we ‘gepast’ of juist ‘ongepast’ voor vrouwen en mannen? En hoe organiseren al die overtuigingen onze samenleving?

Sekse of biologisch geslacht daarentegen is puur biologisch. Het gaat dus over iemands biologisch geslacht en verwijst naar lichamelijke verschillen op het vlak van genen, genitaliën of geslachtsklieren die geslachtshormonen aanmaken. Het zijn verschillen die we kunnen vaststellen en waarover we feitelijke uitspraken kunnen doen. Het binaire model gaat uit van twee geslachten: mannen en vrouwen, met welomlijnde en van elkaar verschillende geslachtskenmerken. Maar er zijn ook mensen van wie de geslachtskenmerken niet binnen de klassieke tweedeling M/V vallen. Die mensen hebben een intersekse lichaam.

Genderidentiteit draait dan weer om het zelfbeeld en identiteitsgevoel van een individu. Hoe voelt iemand zich op het spectrum van mannelijkheid en vrouwelijkheid? Sluit dat gevoel aan bij het label dat die kreeg bij de geboorte? Genderidentiteit is hoogst persoonlijk en kan niet bepaald worden door een ander. Sekse en genderidentiteit zeggen dus iets over het lichaam en identiteitsgevoel van een individu, terwijl gender iets zegt over de verwachtingen en de structuren in de samenleving. Hoewel de samenleving verwacht mensen te kunnen indelen in binaire hokjes, is er dus veel meer diversiteit tussen mensen op het vlak van sekse of genderidentiteit.