Search
Close this search box.

Terugblik handicap

GRIP vzw neemt het beleid van de afgelopen legislatuur onder de loep

Hoofduitdaging voor het beleid blijft het ontwikkelen van een doeltreffend actieplan dat de huidige realiteit van uitsluiting, segregatie en integratie doet evolueren naar een realiteit van inclusie. Dit vereist een heldere visie en ambitie voor inclusie, waarbij het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VRPH of VN-Verdrag Handicap) als leidraad dient.

Helaas ontbreekt deze duidelijke visie nog te vaak. Beleidsmaatregelen houden onvoldoende rekening met, en worden onvoldoende structureel getoetst aan het VRPH en de richtlijnen van het VN-Comité. Dit heeft aanzienlijke gevolgen:

  • Financiële middelen blijven voornamelijk gericht op het behoud en de versterking van segregerende structuren in plaats van investeren in doorstroming naar inclusie (bijv. maatwerkbedrijven, buitengewoon onderwijs, nieuwe woonvoorzieningen);
  • Er wordt onvoldoende ingezet op aanpassingen en ondersteuning in de reguliere structuren. De algemene voorzieningen en diensten zijn onvoldoende aangepast aan de noden van personen met een handicap, zo als ontoegankelijke publieke ruimte en openbaar vervoer.

Personen met een handicap dragen, net als andere mensen, de gevolgen van een beleid dat de mensenrechten niet als prioriteit stelt bij de verdeling van middelen in de samenleving.

  • Woonbeleid faalt om recht op wonen te voorzien, armoede blijft een groot probleem, en de vangnetten voor mensen die te maken hebben met sociale uitsluiting krijgen te weinig steun.
  • De tendens om steeds meer voorwaarden te stellen om recht te hebben op bijvoorbeeld zorg en ondersteuning, sociale huisvesting, kinderopvang, etc. geven, breekt ook personen met een handicap zuur op.

1. Onderwijs

Een plan om te evolueren naar een inclusief onderwijssysteem ontbreekt nog steeds. De afgelopen legislatuur zijn we er op achteruitgegaan.

  • Het M-decreet bevatte ambitie om te evolueren naar meer inclusief onderwijs, maar in het Decreet Leersteun onder leiding van Vlaams Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) liet de Vlaamse regering deze ambitie varen.
  • De focus verschoof naar investeringen in het buitengewoon onderwijs. In het gewoon onderwijs heeft men wel het personeelsstatuut voor ondersteuner in orde gebracht, maar dit zijn onvoldoende inspanningen. Voor de leerling heeft dit niet geleid tot voldoende en noodzakelijke onderstening. Daardoor kiezen personen met een handicap meer voor het buitengewoon onderwijs.
  • Positief in het decreet is wel dat er een commissie zich tegen 30 juni 2024 een advies moet neerleggen bij de regering met een visie over hoe inclusief onderwijs er in de toekomst moet uitzien. In uitvoeringsbesluiten heeft de Vlaamse regering ook vastgelegd dat er ervaringsdeskundigen moeten deel uitmaken van die commissie en dat het advies in lijn moet zijn met het VN-Verdrag.

Meer weten?

2. Werk

Onder leiding van de Vlaamse ministers van Werk Hilde Crevits en opvolger Jo Brouns (cd&v) werd met het decreet individueel maatwerk een belangrijke stap vooruit gezet. 

  • Dit decreet stimuleert gelijke kansen op de reguliere arbeidsmarkt en betekent het dus een belangrijke stap richting een inclusieve arbeidsmarkt. 
  • Anderzijds voorziet het decreet onvoldoende in de nodige voorwaarden om gelijke kansen waar te maken, zoals de beschikbaarheid van persoonlijke assistenten. 
  • Het is daarnaast onduidelijk of de subsidiëring (begeleidingspremie) even hoog is als de subsidiëring van begeleiding per persoon in de maatwerkbedrijven. 
  • Bovendien wordt de rol van maatwerkbedrijven niet herzien. Hierdoor blijven de meesten terechtkomen in deze gesegregeerde vorm van tewerkstelling. Blijven investeren – zowel op het vlak van onderwijs als op het vlak van werk – gaat in tegen de geest van het VN-Verdrag.

Meer weten? 

3. Wonen

Het woonbeleid vertoont weinig vooruitgang en zelfs achteruitgang. Hoge wachtlijsten en lange wachttijden voor sociale huurwoningen blijven bestaan. Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) investeerde wel in nieuwe sociale woningen, maar onvoldoende. 

  • Tegelijkertijd belemmerden hervormingen in het woonlandschap, opgelegde fusioneringen en financiële problemen bij de huidige woonmaatschappijen de bouw en renovatie van toegankelijke sociale woningen. 
  • Met bijkomende voorwaarden bemoeilijkte de Vlaamse regering de toegang tot een sociale woning nog. 
  • Gebrek aan visie, regelgeving en financiële steun verhinderen dat woningen gebouwd en verbouwd worden volgens universeel ontwerp. 
  • Tot slot is er geen actieplan om te voorkomen dat mensen omwille van gebrek aan betaalbare toegankelijke woningen moeten verhuizen ver weg van hun netwerk of omwille van een bepaald zorgaanbod gedwongen worden naar een residentiële setting te verhuizen waar hun autonomie beperkt wordt.

Meer weten?

4. Inkomen

Federaal minister van Personen met een handicap Karine Lalieux (PS) zette belangrijke stappen op het gebied van tegemoetkomingen voor personen met een handicap in heel België. 

  • De toekenning van integratietegemoetkomingen, die dienen om meerkosten omwille van je  handicap op te vangen, werden verbeterd. 
  • Mensen met een handicap die werken of samenwonen kunnen voortaan een integratietegemoetkoming krijgen of behouden. 
  • De integratietegemoetkoming wordt niet meer meegenomen voor de berekening van het leefloon. 
  • De inkomensvervangende tegemoetkomingen verhoogden de afgelopen legislatuur met 10%.

     

Er blijven echter belangrijke pijnpunten en uitdagingen: 

  • Uitkeringen moeten minstens tot de armoedegrens worden opgetrokken. 
  • Ook wie een uitkering ontvangt moet een integratietegemoetkoming kunnen behouden, die idealiter onafhankelijk is van inkomen. 
  • Momenteel daalt de inkomensvervangende tegemoetkoming te snel wanneer je gaat werken en regelgeving ontbreekt om te bewaken dat wie vanwege een handicap of chronische ziekte deeltijds werkt een volwaardig inkomen heeft.

Meer weten?

5. Welzijn

Vlaamse minister van Welzijn Wouter Beke en opvolger Hilde Crevits (cd&v) zorgden voor belangrijke extra budgettaire inspanningen vanuit de Vlaamse regering. Toch blijven de wachtlijsten voor persoonlijke ondersteuningsbudgetten het grote pijnpunt. 

  • Bureaucratie voor aanvragen, afwijzingen, gebrek aan duidelijkheid en het voortdurende tekort aan ondersteuning resulteren in hoge mentale en fysieke druk. In sommige gevallen heeft de blijvende uitzichtloosheid ertoe geleid dat mensen hun leven willen beëindigen. 
  • Daarnaast gaan de vrijgemaakte middelen voor de ondersteuning van kinderen met een handicap voornamelijk naar voorzieningen in plaats van naar de kinderen en hun ouders. 
  • Door de maatregel van de actualisering verminderde de Vlaamse regering het toegekende budget van duizenden mensen met een handicap. Ze zette ook een experiment in gang waardoor mensen die al jaren op de wachtlijst stonden slechts de helft van hun budget kregen. 
  • Aanslepende juridische procedures om dit aan te vechten vormen een bijkomende druk op het welzijn van personen met een handicap.

Meer weten? 

Antidiscriminatie­wetgeving

In juni 2023 keurt het federale parlement een wetsvoorstel goed dat de Belgische antidiscriminatiewetgeving uitbreidt en versterkt. Zo kunnen voorvallen van meervoudige discriminatie voortaan erkend worden. Ook discriminatie door associatie of discriminatie op basis van een verondersteld beschermd criterium werden geïntegreerd. Daarnaast stelt de wetswijziging belangengroepen nu ook in staat om juridische stappen te ondernemen als het slachtoffer geen toestemming kan geven. Voorheen kon dit enkel mits de wettelijke vertegenwoordiger hiermee instemde, maar gezien in sommige gevallen de wettelijke vertegenwoordiger de beschuldigde partij uitmaakt, stelt de wetswijziging van juni 2023 belangengroepen nu in staat om ook in die gevallen juridische actie te ondernemen. Tot slot hield de wetswijziging een modernisering van terminologie in, evenals een verdrievoudiging van de bedragen voor schadevergoeding. Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Marie-Colline Leroy (Ecolo) die het wetsvoorstel indiende, is tevreden. “Door de definities te verruimen en te verduidelijken, maar ook door de daders strenger te straffen, zorgen we voor meer gelijke kansen voor alle burgers,” klinkt het onder meer. Belangrijk is dat de wetswijziging de aanbevelingen volgt die de Commissie voor de Evaluatie van de Federale Antidiscriminatiewetgeving, bestaande uit tien onafhankelijke experts, in 2022 formuleerde.

Een woordje uitleg

Gender verwijst naar het geheel van dominante ideeën, sociale normen en maatschappelijke verwachtingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Het gaat niet over persoonlijke opvattingen, maar over wat er leeft in de samenleving. Gender gaat over cultuur veeleer dan natuur. Welke eigenschappen vinden we typisch ‘vrouwelijk’ en welke ‘mannelijk’? Welke rollen en taken vinden we ‘normaal’ voor vrouwen, en welke voor mannen? Welk gedrag vinden we ‘gepast’ of juist ‘ongepast’ voor vrouwen en mannen? En hoe organiseren al die overtuigingen onze samenleving?

Sekse of biologisch geslacht daarentegen is puur biologisch. Het gaat dus over iemands biologisch geslacht en verwijst naar lichamelijke verschillen op het vlak van genen, genitaliën of geslachtsklieren die geslachtshormonen aanmaken. Het zijn verschillen die we kunnen vaststellen en waarover we feitelijke uitspraken kunnen doen. Het binaire model gaat uit van twee geslachten: mannen en vrouwen, met welomlijnde en van elkaar verschillende geslachtskenmerken. Maar er zijn ook mensen van wie de geslachtskenmerken niet binnen de klassieke tweedeling M/V vallen. Die mensen hebben een intersekse lichaam.

Genderidentiteit draait dan weer om het zelfbeeld en identiteitsgevoel van een individu. Hoe voelt iemand zich op het spectrum van mannelijkheid en vrouwelijkheid? Sluit dat gevoel aan bij het label dat die kreeg bij de geboorte? Genderidentiteit is hoogst persoonlijk en kan niet bepaald worden door een ander. Sekse en genderidentiteit zeggen dus iets over het lichaam en identiteitsgevoel van een individu, terwijl gender iets zegt over de verwachtingen en de structuren in de samenleving. Hoewel de samenleving verwacht mensen te kunnen indelen in binaire hokjes, is er dus veel meer diversiteit tussen mensen op het vlak van sekse of genderidentiteit.