Search
Close this search box.

Vertegenwoordiging en besluitvorming (N-VA)

Samenvatting

In een hoofdstuk getiteld “Gelijke kansen in plaats van gelijke uitkomst” stelt N-VA dat er op geen enkele manier geraakt kan worden aan de gelijkwaardigheid van man en vrouw (p. 88). N-VA stelt dat “jongeren, nieuwkomers en bij uitbreiding alle mensen de vele kansen die Vlaanderen biedt met beide handen moeten grijpen als ze hier een succesvol bestaan willen uitbouwen” (p. 88). De partij voegt daaraan toe dat het deels de opdracht is van de politiek om te remediëren als blijkt dat “het voor bepaalde groepen moeilijk lukt om op te klimmen in onze samenleving […] zonder evenwel te vervallen in betutteling”. Betutteling verbindt zij in hetzelfde hoofdstuk met quota. Voor N-VA is de stelregel ‘de beste vrouw/man op de beste plaats’. Dat wil zij bereiken door een competentiegericht en proactief personeelsbeleid, zonder betutteling en quota (p. 88). Wel is de partij lovend over de effectiviteit van streefcijfers bij de Vlaamse overheid, die volgens haar een positief effect hebben gehad op de diversiteit van het personeelsbestand bij de Vlaamse administraties (p. 88). N-VA wil hierop blijven inzetten, ook bij de federale overheid, omdat “de overheid immers een voorbeeldfunctie heeft en een weerspiegeling hoort te zijn van onze maatschappij” (p. 88). Desalniettemin pleit zij voor een verbod op het dragen of tonen van levensbeschouwelijke of politieke tekens bij overheidsdiensten. Opvallend is tenslotte dat N-VA in haar partijprogramma haar standpunt over vertegenwoordiging en besluitvorming expliciet tegenover dat van PS plaatst. Deze laatste zou volgens N-VA “niet de beste persoon op de beste plaats [willen], maar de invoering van quota en verplichte pariteit” (p. 88).

Impact

Hoewel N-VA aangeeft diversiteit in het personeelsbestand van de overheid belangrijk te vinden omdat zij een weerspiegeling hoort te zijn van de maatschappij, ligt voor haar de focus op ‘de beste persoon op de beste plaats’. Daarmee focust de partij op individuele competenties en uit zij haar geloof in meritocratie: dat de geschikte persoon zonder afdwingbare, tijdelijke en effectieve maatregelen zoals quota op de juiste plaats belandt. Seksisme, structurele discriminatie en drempels worden daardoor geminimaliseerd. De overheid dient te remediëren wanneer zij sociale ongelijkheden vaststelt, aldus N-VA, maar concrete en bindende maatregelen stelt zij hieromtrent niet voor. Interessant is dat N-VA aangeeft dat de overheid een weerspiegeling hoort te zijn van de samenleving, zonder daarbij te duiden waarom dat belangrijk is. Gendergelijkheid en diversiteit bevorderen inclusief beleid omdat verschillende standpunten, ervaringen en behoeften beter begrepen en vertegenwoordigd zijn in besluitvormingsprocessen. Zo worden de belangen van een diverse samenleving behartigd, wat ook het vertrouwen in de legitimiteit van besluitvormingsprocessen en de democratie vergroot. Op het vlak van gelijke kansen gaat diverse vertegenwoordiging dan ook niet alleen over positieve representatie, maar ook over democratie en beleid dat sociale gelijkheid bevordert. N-VA pleit daarentegen voor het behoud en een uitbreiding van niet-bindende streefcijfers. Momenteel richten deze cijfers zich op 40% vrouwen in zowel top- als middenkader. Deze cijfers vormen echter geen voorwaarde of bindende verplichting. Bovendien verdedigt N-VA een verbod op levensbeschouwelijke en politieke tekens, wat vrouwen die een hoofddoek (wensen te) dragen discrimineert en uitsluit van overheidsfuncties (lees meer bij hoofddoek).