Impactanalyse
Het belang van het middenveld wordt genoemd, ook op het vlak van het onderhouden van internationale relaties. De nadruk op de autonomie van het middenveld is belangrijk om hun kritische rol te beschermen, die steeds meer onder druk staat.
Relevante passages uit het partijprogramma van Groen
- 56 “Samenleven gaat niet vanzelf. Wij willen dat overheid, middenveld en burgers meer initiatieven nemen om ontmoeting en gesprek mogelijk te maken. We geloven in de kracht van het verenigingsleven en ondersteunen het brede sociaal-cultureel werk.
- 73 “….dat gendergelijkheid, burgerrechten en steun aan het maatschappelijk middenveld en aan de vrije pers speerpunten zijn van onze internationale relaties.”
In het uitgebreide programma licht Groen ook het belang toe van de autonomie van het middenveld:
“Sociaal-cultureel werk, met zijn 180.000 vrijwilligers, is van onschatbare waarde. De sector is een klankbord voor het politieke beleid, het activeert en verbindt burgers en geeft hen ruimte om zich te ontplooien en te emanciperen. De sector draagt bij aan het welzijn van onze samenleving, en vormt een tegengif voor de oprukkende polarisering. Ze bewaakt rode lijnen zoals mensenrechten, discriminatie en racisme, en draagt bij aan een inclusieve samenleving. Toch kijkt het huidige beleid met steeds meer wantrouwen naar deze sector. Groen strijdt voor de autonomie van deze organisaties en mensen, geeft hen de maatschappelijke erkenning en het vertrouwen dat ze verdienen, evenals de financiering die ze nodig hebben om hun cruciale rol te vervullen. Daarom stoppen we de besparing op de indexering van de werkingskosten. We gaan voor een positieve beeldvorming, offensieve communicatie, en erkennen de expertise in het veld. Groen erkent en waardeert het belangrijke werk van verenigingen van etnisch-culturele minderheden. Organisaties die vertrekken vanuit een intrinsiek intercultureel kader worden extra ondersteund en de bepalingen in het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk rond segregatie en het primaat van de politiek worden teruggeschroefd. Tenslotte willen we dat er een transversaal sociaal-cultureel plan ontwikkeld wordt binnen de Vlaamse overheid, gecoördineerd door de minister van Cultuur. Met dit plan verbinden we alle verschillende beleidsdomeinen met het sociaal-cultureel werk. Veel subsidiereglementen benaderen sectoren nogal eng: interessante samenwerkingen moeten ook gefinancierd kunnen worden en de financiering voor projecten die de ‘kokers’ overstijgen, verdelen we over verschillende departementen en actoren. (p. 21 uitgebreid programma)