Samenvatting
cd&v pleit in haar partijprogramma voor een volledige afsluiting van de Europese buitengrenzen, met grenshekken en bewakingspatrouilles op het water: “Middelen die nodig zijn om van een grens een grens te maken, moeten ingezet worden, of dat nu patrouilles op het water zijn of hekkens op landgrenzen.” De partij is ook voorstander van het recent gesloten Europese Migratiepact, waarin onder meer het plan is vastgelegd om asielzoekers die ‘weinig kans maken’ op asiel, aan de Europese buitengrenzen op te sluiten in afwachting van een beslissing.
De partij pleit er in haar programma bovendien voor om zowel het buitenlandse handelsbeleid, het beleid met betrekking tot visumvrij reizen en het beleid voor ontwikkelingssamenwerking, ten dienste te stellen van het tegengaan van irreguliere migratie. Ze stelt daarbij “een koppeling tussen het migratiebeleid en het verlenen van steun uit handelsinvesteringen of ontwikkelingssamenwerking” voor. Enkel landen die meewerken aan het tegengaan van irreguliere migratie naar Europa, komen dus nog in aanmerking voor steun. Kritiek op dit soort migratiedeals, die nu al bestaan met onder meer Turkije en Tunesië, en waarbij de Europese grensbewaking de facto wordt uitbesteed in ruil voor financiële steun, met nefaste gevolgen voor de mensenrechten, vindt cd&v onterecht. “Dergelijke kritiek gaat voorbij aan het feit dat we maar invloed kunnen hebben op die landen en op de situatie van de bevolking en de migranten ter plaatse, door relaties aan te knopen met die landen”, stelt de partij in haar programma.
Op nationaal niveau vindt cd&v dat België nu te veel asielzoekers opvangt. “Om ons systeem van opvang en onze sociale cohesie overeind te houden, moet dat veranderen”, zo stelt de partij. Ze wil het aantal asielaanvragen in België verminderen door onder meer in te zetten op opvang in de regio en een strikte toepassing van de Dublinprocedure. Daarnaast wil cd&v een ‘strenger terugkeerbeleid’, meer gesloten centra, meer gebruik van huisarrest voor mensen zonder verblijfsvergunning, woonstbetredingen om mensen zonder verblijfsdocumenten op te sporen, ontradingscampagnes om irreguliere migratie te ontmoedigen en de eerdergenoemde deals met onder meer herkomstlanden, die ertoe moeten worden bewogen om mee te werken aan gedwongen terugkeer.
Daarnaast wil cd&v ook het recht op gezinshereniging inperken, door de termijn waarbinnen erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden worden uitgezonderd van bepaalde voorwaarden te verkorten van 12 naar 3 maanden.
Impactanalyse
Hoewel cd&v het belang van mensenrechten meermaals benadrukt in haar migratievoorstellen, wijst alles erop dat de maatregelen die de partij voorstelt, zullen leiden tot meer mensenrechtenschendingen. Het dichttimmeren van de Europese buitengrenzen, de samenwerking met landen als Turkije en Tunesië bij het tegenhouden van mensen op de vlucht en de administratieve opsluiting van mensen zonder verblijfsvergunning in België, zorgen er nu al voor dat de rechten van vluchtelingen systematisch worden geschonden. Organisaties die zich inzetten voor mensen op de vlucht waarschuwen dan ook al lang voor de ‘catastrofale gevolgen‘ van het recent goedgekeurde EU-migratiepact.
De door cd&v voorgestelde inperking van de mogelijkheden voor gezinshereniging van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden, dreigt hun internationaal verankerde recht op een gezinsleven te schenden. Tot slot kan het feit dat ontwikkelingssamenwerking door cd&v voorwaardelijk wordt gemaakt, en enkel landen die de Europese grenzen helpen bewaken hier nog voor in aanmerking komen, ernstige consequenties hebben voor de inwoners van landen die hierdoor geen steun meer zullen ontvangen.
Relevante passages uit het partijprogramma van cd&v
“De EU heeft een cruciale rol te spelen in ons migratiebeleid. Het vrij verkeer van personen, goederen en 13222 diensten binnen de EU en de open binnengrenzen tussen de verschillende lidstaten kunnen maar bestaan als de buitengrenzen van de EU effectief buitengrenzen zijn. Een grens die gelijk wie ongecontroleerd kan oversteken is geen grens. Wij pleiten daarom voor de nodige versterking van de EU-capaciteit om samen met de lidstaten onze buitengrenzen te verdedigen en te bewaken. Middelen die nodig zijn om van een grens een grens te maken, moeten ingezet worden, of dat nu patrouilles op het water zijn of hekkens op landgrenzen. Op deze manier wordt gecontroleerde en gestructureerde migratie mogelijk, waarbij we via veilige toegangspoorten de mensen die werkelijk recht hebben op asiel, effectief kunnen opvangen met respect voor het internationaal recht en de mensenrechten. De EU heeft niet enkel een fundamentele rol te spelen bij het bewaken van de buitengrenzen, maar ook bij het actief betrekken van landen aan de buitengrenzen van de EU. Migratiedeals, zoals met Turkije en Tunesië, worden best meer gekaderd in bredere economische en diplomatieke overeenkomsten. We gaan voor diepere samenwerking met herkomstlanden en transitlanden op verschillende beleidsdomeinen, zodat die landen ook de mogelijkheden hebben om op een haalbare manier onze grenzen mee te beschermen en de mensenrechten van migranten te respecteren. Deals met transitlanden worden vaak bekritiseerd omdat we deals sluiten met regimes die democratie en mensenrechten niet hoog in het vaandel dragen. Dergelijke kritiek gaat voorbij aan het feit dat we maar invloed kunnen hebben op die landen en op de situatie van de bevolking en de migranten ter plaatse, door relaties aan te knopen met die landen, te onderhandelen en zaken op de agenda te zetten. Derde landen kunnen een rol spelen als poortwachter en als land dat zelf asielzoekers opvangt en daarvoor door ons ondersteund wordt. In het algemeen geldt dat wanneer asielzoekers in een veilig land aankomen, ze best daar hun aanvraag doen. Verder reizen naar landen waar het socio-economisch beter gaat is uiteraard verstaanbaar en menselijk, maar zet het ganse systeem onder druk. Opvang in de regio moet voldoende ondersteund worden zodat die ten alle tijd menswaardig is. Binnen de EU is het cruciaal dat de spreiding van asielzoekers op een correcte manier verloopt. België is bij de lidstaten die het meeste asielzoekers opvangen door heel hoge secundaire migratie. Om ons systeem van opvang en onze sociale cohesie overeind te houden, moet dat veranderen. Andere EU lidstaten moeten ook hun deel doen om het Europese project ook op dat vlak te doen slagen. We hebben daarbij ook een EU-brede strategie nodig om mensen die illegaal in de EU te verblijven te laten terugkeren. Het systeem kan maar werken voor wie er recht op heeft, als mensen die hier illegaal verblijven vrijwillig of gedwongen worden teruggestuurd. De EU heeft op dat vlak een belangrijke rol te spelen, waarbij we als een blok moeten onderhandelen met derde landen over het terug aanvaarden van uitgewezen landgenoten. We mogen niet langer toestaan dat derde landen EU-lidstaten uit elkaar spelen door het terugnemen van landgenoten uit bepaalde EU-lidstaten en uit andere EU-lidstaten niet. Vanuit de EU moeten we collectief druk zetten op deze landen, zodat ze hun medewerking verlenen aan alle EU-lidstaten. Wij zijn daarbij voorstander van verdere wetgevende initiatieven rond de monitoring van visumvrije regimes, aangezien de huidige monitoring onvoldoende is. Het afsluiten van het EU Asiel- en Migratiepact tijdens deze legislatuur was een historische doorbraak. Het moet een deel van het antwoord zijn op alle vermelde grote uitdagingen. Het is voor ons een topprioriteit om de implementering van dat pact vorm te geven met de effectieve toepassing van de nieuwe instrumenten en met extra middelen voor de lidstaten om dit mogelijk te maken. Het tijdelijke beschermingsstatuut op basis waarvan veel Oekraïners momenteel in de EU verblijven, loopt in 2025 af. We streven naar een gemeenschappelijke Europese aanpak om Oekraïners, indien nodig, ook nadien bescherming te bieden binnen de Unie.” (pp. 338-339)
“We zorgen voor de nodige versterking van de EU-capaciteit om samen met de lidstaten de buitengrenzen van de EU te verdedigen en te bewaken.
- We gaan voor diepere samenwerking met herkomstlanden en transitlanden op verschillende beleidsdomeinen zodat die landen ook de mogelijkheden hebben om op een haalbare manier onze grenzen mee te beschermen en de mensenrechten van migranten te respecteren.
- De EU moet als blok onderhandelen met derde landen over het terug aanvaarden van uitgewezen landgenoten.
- Informatie, verzameld door de veiligheidsdiensten van verschillende lidstaten, moet meer worden vergeleken en gebruikt in de bestrijding van criminaliteit. Meer lidstaten moeten deelnemen aan de Europese Database van Terroristische Daders. Er is ook meer inzet nodig binnen de EU op de samenwerking tussen autoriteiten die werken op terrorisme en asiel- en migratieautoriteiten.
- We zijn voorstander van een sterke richtlijn die gendergerelateerd geweld effectief op Europees niveau kan aanpakken.” (p. 354)
“De politiek inzake asiel en migratie kan immers niet losgezien worden van het beleid inzake mensenrechten, handel, ontwikkelingssamenwerking en de visumpolitiek. Zo willen we bijvoorbeeld een koppeling tussen het migratiebeleid en het verlenen van steun uit handelsinvesteringen of ontwikkelingssamenwerking. Landen moeten uitgewezen landgenoten aanvaarden als ze op samenwerking en ondersteuning willen blijven rekenen.” (p. 357)
“We hervormen ons asiel- en migratiebeleid structureel en maken daarom op Europees niveau werk van de realisatie van het Europese Asiel- en Migratiepact. Betere controles aan de buitengrenzen, snelle grensprocedures en solidariteit tussen de lidstaten staat daarbij voor ons voorop.
- In afwachting van de implementatie van het Europees Asiel- en Migratiepact, passen we de Dublinregels stringent toe en schalen het aantal Dublintransfers op.
- cd&v kadert het (Europees) Asiel- en Migratiebeleid binnen het bredere (Europese) buitenland. Daarbij kiezen we resoluut voor een geïntegreerde benadering.
- We diepen de relaties met de belangrijkste landen van herkomst en de belangrijkste doorreislanden verder uit in het kader van het grensbeheer, terugkeer en de strijd tegen mensensmokkel. • We organiseren ontradings- en preventiecampagnes om mensen te wijzen op de gevaren van irreguliere migratie en om dergelijke irreguliere migratie te ontmoedigen.” (p. 357)
“We zorgen voor meer rechtszekerheid en snellere duidelijkheid door de doorlooptijden van asielaanvragen in te korten. De werklastachterstand bij het CGVS wordt weggewerkt. 14140 • We blijven inzetten op legale toegangswegen via een beleid van hervestiging en relocatie. • De plaatsen in het opvangnetwerk behouden we voor aan zij die zich in een lopende 14142 asielprocedure bevinden en die geen recht op opvang hebben in een andere lidstaat van de Europese Unie.
- We voorzien voldoende bufferplaatsen in het opvangnetwerk die snel ingeschakeld kunnen worden wanneer er sprake is van een verhoogde instroom.
- In samenwerking met de gemeenschappen, de gewesten en het middenveld werken we een traject uit voor een vlotte uitstroom uit de opvangcentra en een optimale transitie van het statuut van asielzoeker naar dat van erkend vluchteling (p. 360)
Regularisatie van mensen zonder wettig verblijf blijft een uitzonderingsprocedure. Dit is en blijft een discretionaire bevoegdheid van de bevoegde minister of staatssecretaris. Er kan ook op geen enkel moment sprake zijn van een nieuwe collectieve regularisatieronde.” (p. 364)
“Onwettig verblijf gaan we tegen door negatieve verblijfsbeslissingen daadkrachtiger uit te voeren. We rollen het aanklampend terugkeerbeleid met een individuele begeleiding op maat richting een duurzaam toekomstperspectief verder uit. Daarbij is ons credo: vrijwillige terugkeer als het kan, gedwongen terugkeer als het moet.
- Gedwongen terugkeer blijft het sluitstuk van ons terugkeerbeleid. Dwangmaatregelen als het huisarrest gaan we intensiever gebruiken en we investeren in 400 bijkomende plaatsen voor de gesloten terugkeercentra.
- We voorzien een wettelijk kader voor woonstbetredingen.
- Met een administratieve vasthouding voor geïntercepteerde personen in illegaal verblijf voorzien we in de mogelijkheid om alle essentiële elementen van de terugkeerbeslissing vast te stellen en vermijden we onvolledige terugkeerbeslissingen.” (p. 365)
“Gezinshereniging is het belangrijkste migratiekanaal naar ons land. We hechten veel belang aan het recht om te kunnen samenleven met het kerngezin, maar willen elk misbruik van dit migratiekanaal voorkomen. We voeren daarom de controles op het naleven van de voorwaarden voor gezinshereniging opnieuw op 14170 en scherpen de beëindigingsgronden verder aan. Verder korten we de zogenaamde ‘grace period’, de uitzonderingstermijn waarbinnen erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden genieten van een vrijstelling van de normale voorwaarden tot gezinshereniging, in van twaalf maanden naar drie maanden. We schrappen de impliciete aanvaarding van aanvragen tot gezinshereniging wanneer er binnen de wettelijke termijn geen beslissing werd genomen. We zorgen er evenwel voor dat deze maatregelen niet tot gevolg hebben dat een aanvraag tot gezinshereniging door erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden de facto onmogelijk zou worden. Voor de gevallen waarin het voor de betrokken gezinsleden van de gezinshereniger onmogelijk is om zicht naar de betreffende diplomatieke of consulaire post te begeven, voorzien we de mogelijkheid om de aanvraag via aangetekend schrijven in België bij de Dienst Vreemdelingenzaken in te dienen. We onderzoeken daarenboven de mogelijkheden om dit proces te digitaliseren. Om de integratie van de personen die via gezinshereniging naar ons land komen te bevorderen, onderzoeken we de mogelijkheden om hen reeds in het land van herkomst een integratiecursus te laten volgen. We zien dit als een inspanningsverbintenis en dit mag in geen geval een obstakel voor gezinshereniging vormen.” (p. 361)