Samenvatting
PVDA pleit voor een samenleving waar huishoudelijke en zorgtaken niet uitsluitend door gezinnen, en in feite vooral door vrouwen, worden gedragen. PVDA erkent dat de kost en beschikbaarheid van kinderopvang een direct effect hebben op de tewerkstelling van vrouwen. De partij stelt met name dat vrouwen vaker deeltijds werken omdat het hogere loon van een voltijdse baan niet altijd opweegt tegen de kosten van kinderopvang. Ook wanneer kinderen niet terechtkunnen in de kinderopvang, zijn het vooral de moeders die thuis blijven, aldus PVDA. Daarom vindt PVDA “het recht op kinderopvang fundamenteel voor de emancipatie van vrouwen in onze samenleving” (p. 260).
Haar visie op kinderopvang stelt PVDA voor aan de hand van het adagio “it takes a village to raise a child.” De partij beschouwt de opvoeding van kinderen als een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders én de overheid. PVDA stelt dat deze laatste voor elk kind een gegarandeerde en betaalbare plaats moet voorzien in kwalitatieve kinderopvang in de buurt, vooral in kansarme wijken. Dat laatste ontbreekt namelijk vaak volgens PVDA, terwijl kinderopvang een belangrijke emanciperende rol kan spelen zowel voor de ouders en het kind. PVDA wil de dagprijs bovendien verlagen en inkomensafhankelijk maken.
Om de huidige crisis in de kinderopvang te bekampen, wil PVDA een aanzienlijke verhoging van het budget. Hoeveel precies, is onduidelijk. In haar partijprogramma geeft PVDA in het ene hoofdstuk aan het budget voor kinderopvang te willen verdrievoudigen (p. 135), terwijl ze in het andere spreekt van een verdubbeling (p. 258). Een significant verschil. Het grotere budget wil PVDA inzetten om het beroep aantrekkelijk te maken en te herwaarderen, onder meer door de lonen in de sector te verhogen en gelijk te stellen. Zo’n 3.000 onthaalouders moeten volgens PVDA een volwaardig werknemersstatuut krijgen met het recht op sociale bescherming. Momenteel krijgen zij geen loon maar een onkostenvergoeding en zijn zij onvoldoende sociaal beschermd: ze hebben geen betaald verlof, geen volwaardig vervanginkomen wanneer kinderen ziek zijn, noch wanneer zij zelf ziek zijn. De werkdruk wil PVDA verlagen door de ratio te verlagen naar maximaal drie baby’s of vijf peuters per begeleider. Ook wil de partij inzetten op een professionalisering van het beroep door kindvrije uren in te voeren voor huidige kindbegeleiders, die zij kunnen besteden aan opleiding en intern overleg.
Veiligheid in de kinderopvang wil PVDA waarborgen door in te zetten op professionalisering van het beroep en te vertrekken vanuit het voorzorgsprincipe (p. 259, 264). Bij twijfel over de veiligheid moet er dus sneller ingegrepen kunnen worden met een intensieve begeleiding of een (tijdelijke) sluiting. In dergelijke gevallen moet er noodopvang worden voorzien. Ook wil PVDA inzetten op een versterkte zorginspectie, verbeterd klachtenbeheer en transparante communicatie door te investeren in meer personeel. Hierdoor wil de partij vermijden dat klachten onder de radar blijven. Tot slot signaleert PVDA tegen commerciële kinderopvanginitiatieven te zijn, die de partij beschrijft als een “baby business”. Volgens de partij kan kwaliteitsvolle opvang enkel gegarandeerd worden door sterke openbare opvanginitiatieven uit te bouwen en non-profit initiatieven te versterken.
Impact
In haar partijprogramma onderstreept PVDA het verband tussen het belang van beschikbare en betaalbare kinderopvang en de emancipatie van vrouwen. Hun tewerkstelling en financiële onafhankelijkheid hangen hiermee samen. Zij blijven vaker thuis om voor de kinderen te zorgen als er geen kinderopvang beschikbaar is. Kinderopvang is dan ook cruciaal voor gendergelijkheid en gelijke kansen voor kinderen ongeacht hun thuissituatie. De partij erkent niet alleen de ongelijke zorglast die vrouwen nog steeds dragen, maar ook de verhoogde zorglast wanneer kinderopvang wegvalt. Dat die sector momenteel in crisis verkeert, is voor de partij dan ook een belangrijk aandachtspunt. Ze stelt verschillende maatregelen voor die het beroep van kindbegeleider opwaarderen. Niet alleen de hogere verloning, maar ook de verlaagde ratio en de kindvrije uren zijn daarin belangrijke actiepunten. Momenteel is er een ernstig tekort aan werkkrachten, waardoor de werkdruk te hoog ligt. Daardoor vallen niet alleen nog meer mensen uit en is er een neerwaartse spiraal ontstaan in de sector, ook wordt de leer- en leefomgeving van de jongste kinderen daardoor onveilig. Dat PVDA onthaalouders een werknemersstatuut wil toekennen, is bovendien bevorderlijk voor de sociale bescherming en financiële onafhankelijkheid van onthaalouders, voornamelijk vrouwen. Tot slot haalt PVDA de strengere voorrangsregels in trap 2 (inkomensgerelateerde kinderopvang) aan in haar analyse, maar verduidelijkt zij haar positie hieromtrent niet. In weerwil van adviezen van de Vlaamse Sociaal-Economische Raad (SERV), de Raad van State, de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG), het Agentschap Opgroeien, het Kinderrechtencommissariaat, evenals de nakende rechtszaak tegen deze voorrangsregels, worden volgens deze nieuwe regelgeving sinds 1 april 2024 slechts 10% van de plaatsen voorbehouden voor kinderen in “gezondheids- of welzijnssituaties”. Waar voorheen inspanningen werden gevraagd om 20% van de plaatsen voor te behouden voor bepaalde ouders, zoals alleenstaanden, mensen met een laag inkomen of in kwetsbare situaties, geeft het nieuwe systeem de absolute voorkeur aan ouders die 80% werken. Dit vergroot sociale ongelijkheid.