Samenvatting
In haar partijprogramma stelt Groen dat het maatschappelijk belang van kwaliteitsvolle kinderopvang niet overschat kan worden (p. 183). De partij benoemt daarmee de sociale en pedagogische functie van kinderopvang voor kinderen, maar ook de economische functie: dankzij kinderopvang kunnen ouders gaan werken, zich bijscholen of solliciteren. Kinderopvang bevordert dan ook de economie en de emancipatie van vrouwen, aldus Groen (p. 183). Volgens de partij staat de pedagogische functie van kinderopvang echter onder druk door de hoge kind-begeleiderratio en de daarmee gepaard gaande werkdruk. Dit leidt tot uitval van personeel, de sluiting van kinderdagverblijven en een verminderd aanbod van plaatsen, wat op zijn beurt de economische functie van kinderopvang in het gedrang brengt.
Groen wil de crisis bekampen door te zorgen voor het personeel. Zo wil de partij maximaal 5 kinderen per kinderbegeleider en kindvrije uren om ruimte te maken voor overleg, vorming en professionalisering (pp. 183, 184). Daarnaast wil de partij de koopkracht van kinderdagverblijven herstellen door niet alleen de personeelsmiddelen, maar ook de werkingsmiddelen te indexeren. Specifiek voor onthaalouders pleit Groen voor een volwaardig en duurzaam werknemersstatuut. Vandaag werken zij vaak onder een specifiek statuut dat hen onvoldoende sociaal beschermt. Dit statuut moet volgens Groen worden uitgedoofd (p. 183). Tot slot wil de partij inzetten op meer, beter opgeleid en diverser personeel vanuit de insteek dat een goede mix van profielen de pedagogische kwaliteit van kinderopvang ten goede komt (p. 184). Zo wil de partij logistieke medewerkers aantrekken om de werklast van kindbegeleiders te verlagen en wil zij inzetten op kindbegeleiders van verschillende opleidingsniveaus. Specifiek voor bachelors wil Groen meer werkgelegenheid en doorgroeimogelijkheden creëren. Ook zij-instromers kunnen de sector versterken. Wel wil Groen strikt toezien op de kwaliteit van dergelijke opleidingen, zodat de begeleiding van zij-instromers niet bij collega-kinderbegeleiders in de kinderopvang komt (p. 184).
Kwaliteitsvolle kinderopvang betekent voor Groen meer dan het garanderen van veiligheid. Haar visie op kinderopvang vertrekt vanuit het principe van educare, waarin zorg, spelen en informeel leren samenkomen (p. 184). De partij pleit dan ook voor een betere samenwerking tussen kinderopvang en school door statuten en regelgeving op elkaar af te stemmen en ervoor te zorgen dat personeel volgens de beste voorwaarden verloond wordt. Dit biedt personeel een aantrekkelijker uurrooster en betere arbeidsvoorwaarden, en kinderen een zachte transitie en doorgaande pedagogische lijn. Tot slot wil Groen de taak van de zorginspectie uitbreiden naar zorgondersteuning en ze hiervoor ook meer middelen toe te kennen.
Om te bewaken dat kinderopvang toegankelijk is voor alle gezinnen wil Groen investeren in meer opvangplaatsen, in eerste instantie in steden en gemeenten met lagere inkomens waar het aanbod vandaag vaak beperkt is. Ook wil de partij een betere sociale mix bereiken door een voorrangsbeleid waarbij gezinnen met de grootste noden voorrang krijgen (p. 185). Daarnaast wil Groen bijkomend investeren in de trap 3, waar gezinnen in kwetsbare posities ondersteund worden en voorrang krijgen (p. 185). Op termijn wil Groen de volledige sector hervormen, afstappen van het trappensysteem en de prijs voor alle kinderopvang inkomensgerelateerd maken. De dagprijzen voor lage inkomens gaan zo naar beneden, en voor de laagste inkomens wil Groen een nultarief invoeren dat zoveel mogelijk automatisch moet worden toegekend in plaats van via aanvraag bij het OCMW zoals vandaag het geval is (p. 185). Ook wanneer een arbeidsbemiddelaar, OCMW of werkgever tussenkomt in de kosten van kinderopvang, wil Groen werken met een derdebetalersregeling, zodat ouders dit niet moeten prefinancieren (p. 186). Tenslotte wil Groen een vaste vergoeding per vergunde plaats voorzien (pp. 185-186). Momenteel moet aangevraagde kinderopvang steeds betaald worden, omdat de kinderopvanginitiatieven subsidies ontvangen op basis van hun effectieve bezetting in plaats van hun vergunde plaatsen.
Impact
Groen geeft uitgebreid duiding bij haar visie op kinderopvang en heeft oog voor de verschillende functies van kinderopvang. Daarbij vermeldt de partij ook de emancipatie van vrouwen, hoewel ze daar niet verder op ingaat. Bij gebrek aan toegankelijke en betaalbare kinderopvang zijn het namelijk meestal vrouwen die thuis blijven en inboeten op betaalde arbeid om de zorgarbeid voor het kind op te nemen. Kinderopvang is dan ook cruciaal voor de arbeidsparticipatie en financiële onafhankelijkheid van vrouwen, en voor het bevorderen van gendergelijkheid, zowel privé als op de arbeidsmarkt. Dat het bovendien ook voornamelijk vrouwen zijn die in de kinderopvang werken, stipt Groen niet aan. Wel staat de partij uitgebreid stil bij de crisis in de sector en doet zij allerhande voorstellen om de arbeidsomstandigheden van het personeel te verbeteren en zo ook nieuw personeel aan te trekken. Cruciaal daarbij is het verlagen van de kind-begeleiderratio: Groen wil deze verminderen tot maximaal 5 kinderen per begeleider en daarmee de werkdruk aanzienlijk doen dalen. Dat is nodig om personeel te behouden en aan te trekken, en zo de neerwaartse spiraal te doorbreken waarin de sector momenteel verkeert en die de leer- en leefomgeving van de jongste kinderen in gevaar brengt. Ook de ondersteuning van logistieke medewerkers en kindvrije uren dragen bij aan meer ademruimte voor personeel, evenals aan hun professionalisering en dus aan de kwaliteit van de zorg. Dat Groen onthaalouders een werknemersstatuut wil toekennen, is bovendien bevorderlijk voor de sociale bescherming en financiële onafhankelijkheid van onthaalouders, voornamelijk vrouwen. Tot slot pleit Groen voor een goede sociale mix in de kinderopvang, wat gelijke kansen bevordert tussen kinderen en gezinnen. Ze staat dan ook een ander voorrangsbeleid voor dan vandaag het geval is. Sinds 1 april 2024 worden binnen trap 2 (inkomensgerelateerde opvang) slechts 10% van de plaatsen voorbehouden voor kinderen in “gezondheids- of welzijnssituaties”. Waar voorheen inspanningen werden gevraagd om 20% van de plaatsen voor te behouden voor bepaalde ouders, zoals alleenstaanden, mensen met een laag inkomen of in kwetsbare situaties, geeft het nieuwe systeem de absolute voorkeur aan ouders die 80% werken. Groen daarentegen staat voor een voorrangsbeleid dat gelijkheid bevordert: zij pleit voor een getrapt systeem waarbij de meest kwetsbare gezinnen en zij met de grootste nood aan kinderopvang voorrang krijgen. Meer nog, op termijn wil Groen de volledige kinderopvangsector hervormen en de kost voor alle kinderopvang inkomensgerelateerd maken. Derdebetalersystemen en automatische toekenning van verlaagde of nultarieven is bovendien drempelverlagend voor de meest kwetsbare gezinnen en stimuleert hun toegang tot kinderopvang, wat een hefboom kan zijn voor gelijke kansen en tegen armoede (lees meer bij het dossier van Netwerk tegen Armoede).