Search
Close this search box.

Hoofddoek (Groen)

Samenvatting

Groen is van mening dat iedereen in het onderwijs moet kunnen dragen wat ze willen, en is dan ook tegen een algemeen verbod op het dragen van zichtbare levensbeschouwelijke symbolen, zowel voor leerlingen als voor personeel (p. 194, 199). Groen beschouwt het verbod in het GO! en in het schoolreglement van veel gemeentelijke, stedelijke, provinciale en vrije scholen bovendien als een drempel voor personen die vandaag ondervertegenwoordigd zijn in het lerarenkorps (p. 199). De partij erkent dat jonge vrouwen die een hoofddoek dragen daardoor moeilijk een (stage)plaats in het onderwijs vinden, en afhaken. Groen beschouwt een meer divers lerarenkorps als “een belangrijke bouwsteen voor een meer inclusieve samenleving” en verwijst daarbij naar het belang van representatie en het doorbreken van stereotypen (p. 198).

In de publieke sector kiest Groen “voluit  voor inclusieve neutraliteit” (p. 271). Volgens Groen moeten ambtenaren, ook zij die in rechtstreeks contact met burgers staan, religieuze of levensbeschouwelijke symbolen mogen dragen, zolang de dienstverlening neutraal is.

Impact

Wat betreft een hoofddoekverbod op school vertrekt de visie van Groen enerzijds vanuit het zelfbeschikkingsrecht van personen om te dragen wat ze willen, en anderzijds vanuit het belang van een divers lerarenkorps om een meer inclusieve schoolomgeving te creëren en stereotypen te doorbreken. Uit de stelling dat iedereen in het onderwijs moet kunnen dragen wat ze willen, leiden we af dat de partij tegen een hoofddoekverbod is, zowel voor leerlingen als voor personeel in het onderwijs. Volgens Groen vormt een verbod op levensbeschouwelijke tekens een drempel voor individuele vrouwen, specifiek moslima’s die een hoofddoek (wensen te) dragen, om leerkracht te worden. Enerzijds erkent Groen daarmee dat een hoofddoekverbod een vorm van meervoudige discriminatie is, op het vlak van genderidentiteit en op het vlak van religie. Anderzijds beschouwt Groen een hoofddoekverbod niet alleen als nadelig voor de meisjes en vrouwen in kwestie, maar ook voor de samenleving in haar geheel omdat het een grote groep bekwame arbeidskrachten uitsluit en kansen mist op het vlak van positieve representatie.

Wat betreft een hoofddoekverbod bij de overheid benadrukt Groen dat dienstverlening, en niet het uiterlijk voorkomen van een ambtenaar neutraal moet zijn. De partij pleit expliciet voor een inclusieve benadering van het neutraliteitsprincipe, zoals in Duitsland. Dat wil zeggen dat diversiteit onder het overheidspersoneel wordt verwelkomd en zelfs beschouwd als een kenmerk van een gezonde democratie omdat het de diversiteit van de samenleving weerspiegelt. Door alle religieuze en levensbeschouwelijke tekenen toe te staan, wordt iedereen gelijk behandeld en wordt niemand gediscrimineerd. Deze visie waarborgt zo indirect het mensenrecht op godsdienstvrijheid, evenals op vrije keuze van onderwijs en arbeid, hoewel Groen deze argumentatie inzake mensenrechten niet aanhaalt. Historisch gezien zijn onderwijs en arbeid belangrijke hefbomen geweest voor vrouwenemancipatie. Meisjes en vrouwen precies in die domeinen kansen ontnemen staat dan ook haaks op vrouwenemancipatie en gendergelijkheid, en creëert bovendien ongelijkheid tussen vrouwen.

Meer weten?