Abortus (cd&v)

Samenvatting

Het laatste hoofdstuk in het partijprogramma van cd&v is gewijd aan ethiek, waar zij onder andere haar standpunt rond abortus toelicht. “Het belang van het kind stellen we steevast voorop,” zo stelt de partij. “Maar ook de kwetsbaarheid van vrouwen die ongewenst zwanger worden en de beschermwaardigheid van het ongeboren leven worden in overweging genomen in onze visie voor de maatschappij. Daarin zorgen we voor bescherming en evenwicht.” (p. 430) cd&v wil in eerste instantie ongewenste zwangerschappen voorkomen door in te zetten op betaalbare, betrouwbare en toegankelijke anticonceptie. In het bijzonder wil de partij een tegemoetkoming voor langdurige anticonceptie. Voor niet-langdurige anticonceptie wil cd&v de leeftijdsgrens voor tegemoetkomingen optrekken van 25 naar 35 jaar (p. 24). Daarnaast erkent cd&v dat de verantwoordelijkheid voor anticonceptie, zowel financieel als psychologisch, nog steeds voornamelijk bij vrouwen ligt, terwijl ze dit als een gedeelde verantwoordelijkheid beschouwt (p. 25). De partij vindt het dan ook belangrijk om de betaalbaarheid van anticonceptie voor mannen te verbeteren, bijvoorbeeld door een tegemoetkoming in de prijs van condooms die via de apotheek worden aangekocht (p. 435).

Hoewel de nadruk bij cd&v op preventie ligt, erkent zij dat zwangerschapsafbreking soms “noodzakelijk en/of gewenst” is (p. 434). De partij pleit voor kwalitatieve en geïndividualiseerde begeleiding, waarbij vrouwen niet alleen kunnen rekenen op medische, maar ook op psychosociale begeleiding. Dit omvat voor de partij “een periode van 48 uur tussen de eerste aanmelding en de uitvoering van abortus”. De huidige wachttermijn van 6 dagen kan voor cd&v dus worden teruggebracht naar 48 uur (p. 434). Wel blijft abortus voor cd&v “niet zomaar een medische procedure, maar in wezen ook een ethisch vraagstuk waarbij er steeds respect moet zijn voor de keuzevrijheid van de vrouw en het beschermen van de foetus” (p. 434). Voor cd&v kan de wettelijke termijn daarom niet verder liggen dan op 14 weken na de bevruchting. In sommige extreme omstandigheden moet er echter een uitzondering mogelijk zijn, aldus cd&v. In geval van verkrachting of incest moet abortus mogelijk zijn tot 18 weken na de bevruchting.

cd&v geeft aan zich te baseren op “verschillende conclusies van het wetenschappelijk en multidisciplinair onderzoek naar de abortuswetgeving in ons land”. Ze verwijst enerzijds naar het feit dat abortus tot 14 weken mogelijk is via zuigcurettage en hierna een meer invasieve medische ingreep nodig is die “heel ingrijpend is voor de vrouw en complicaties met zich kan meebrengen” (p. 434). Anderzijds wijst cd&v op de pijnperceptie van de foetus, die volgens een studie uit 2021 vanaf 15 weken in werking zou kunnen treden. Dat is voor de partij een belangrijke ethische grens, waardoor zij zich “terughoudend [opstelt] tegenover deze lopende wetenschappelijke discussie” (p. 434). Tenslotte wijst de partij erop dat een termijn van 14 weken volstaat om 57% van de vrouwen die vandaag worden doorverwezen naar Nederland alsnog in België te kunnen helpen. De partij wil daarmee specifiek minderjarigen, werklozen, alleenstaanden en kortgeschoolde vrouwen helpen.

Impact

Hoewel cd&v aangeeft zich te baseren op het verslag van de nationale commissie dat er op haar verzoek kwam, gaat zij in tegen een aantal daarin geformuleerde adviezen, namelijk het afschaffen van de bedenktijd en het verlengen van de toegestane termijn tot 18 weken. De meeste experts pleiten voor een verlenging tot 20 of 22 weken. Slechts één expert stelde 18 weken voor, wat uiteindelijk werd uitgewerkt tot richtlijn. De studie waarnaar cd&v verwijst over de zogenaamde pijnperceptie van de foetus gaat over het reageren op een pijnprikkel, wat volgens experts niet hetzelfde is als pijn ervaren. De hersenactiviteit die daarvoor nodig is, ontwikkelt zich namelijk pas tussen de 22 en 26 weken na de conceptie. Een andere reden die cd&v aanhaalt, is de abortusmethode. Na 14 weken kan abortus namelijk enkel door een chirurgische ingreep die de partij als ingrijpend voor de vrouw beoordeelt en die complicaties met zich kan meebrengen. Dat argument geldt echter voor tal van andere chirurgische ingrepen waar de overheid zich niet mee inlaat. Voor cd&v is abortus niet louter een medische ingreep, maar ook een ethische kwestie. Daarmee bekijkt zij het vraagstuk rond abortus vanuit een collectief maatschappelijk perspectief, in plaats vanuit het perspectief van individuele ongewenst zwangere personen. Hoewel de partij verwijst naar de keuzevrijheid van vrouwen, gaat zij hier verder niet op in. Hoewel meer ongewenst zwangere personen die vandaag naar het buitenland of clandestiene milieus trekken voor een noodoplossing, geholpen zouden zijn door een verlenging van de termijn naar 14 weken, vermindert het voorstel van cd&v de tijdsdruk op ongewenste zwangeren slechts in beperkte mate. Ook het voorstel om de wachttermijn in te perken tot 48u betekent vooruitgang ten opzichte van de huidige 6 dagen, hoewel dit het moraliserend karakter van de huidige wetgeving in stand houdt. Een afschaffing zou dan ook bijdragen om het stigma rond abortus te doorbreken.