Search
Close this search box.

Dekolonisering (Groen)

Impactanalyse

Er wordt uitgebreid ingegaan op dekolonisering, o.a. excuses, teruggave van erfgoed. Er wordt verder geen melding gemaakt van ander financieel herstel. Wel wordt er minder ongelijkheid en partnerschap met Globale Zuiden genoemd als ook dat multinationals mensenrechten moeten respecteren.

Ook gaat Groen in op de hedendaagse kolonisering, zoals het geval is in de bezette Palestijnse gebieden. Bedrijven die winst maken in bezette gebieden moeten gesanctioneerd worden. Datzelfde geldt voor staten die het internationaal recht schenden. Wapenhandel die mensenrechtenschendingen faciliteert, moet op alle manieren aangepakt worden.

Relevante passages uit het partijprogramma van Groen

“Het koloniaal verleden heeft diepe littekens nagelaten en dit moeten we als samenleving onder ogen zien. De erfenis van deze donkere pagina in de Belgische geschiedenis reikt verder dan het verleden. Sociale ongelijkheid, discriminatie en racisme zijn structureel aanwezig in onze samenleving. Voor velen die geen directe band hebben met het koloniaal verleden blijft het grotendeels onbekend terrein. Het is essentieel om ons koloniaal verleden te begrijpen als een startpunt voor het proces van verzoening. 

Na de dood van George Floyd is het antiracisme- en dekoloniseringsdebat terecht meer in de aandacht gekomen. In de nasleep daarvan werd een Parlementaire Commissie opgericht die klaarheid heeft geschept over het Koloniaal verleden en voorstellen heeft gedaan voor verzoening en herstel. Voor Groen was het een grote ontgoocheling dat andere politieke partijen niet bereid waren om het eindrapport goed te keuren en verschillende stappen te zetten. 

In de commissie is er nuttig werk verricht en Groen wil alsnog met de aanbevelingen van de experts aan de slag gaan. Groen wil dat België excuses aanbiedt voor haar koloniale verleden in Congo, Rwanda en Burundi. Het koloniale systeem was gebaseerd op uitbuiting en overheersing en stoelde op een niet te rechtvaardigen verhouding van paternalisme, discriminatie en racisme. Groen wil ook dat de Kamer excuses aanbiedt ten aanzien van metissen uit Congo, Rwanda en Burundi en ten aanzien van de familie van Patrice Lumumba. 

Verder willen we een nationale herdenkingsdag organiseren en een nationaal monument oprichten over ons koloniaal verleden. Er wordt een kenniscentrum opgericht dat zich toespitst op het koloniale verleden van België, met inbegrip van Congo-Vrijstaat. Dit centrum zal expertise opbouwen over de geschiedenis, de langetermijneffecten, de impact op het collectieve geheugen en het maatschappelijke debat over deze erfenis. 

We willen de academische samenwerking met Congo, Rwanda en Burundi faciliteren, onder andere door gezamenlijk academisch onderzoek, de toekenning van studiebeurzen en de oprichting van universitaire leerstoelen Afrikaanse studies. Verder willen we ook de archieven die relevant zijn voor ons koloniaal verleden toegankelijk en raadpleegbaar maken voor onderzoekers en burgers uit België, Congo, Rwanda en Burundi. Dit vraagt adequate financiering en voldoende personeel. We moeten samen ook werk maken van een centralisering en digitalisering van de stukken, om zoveel mogelijk archiefstukken vanaf afstand consulteerbaar te maken. 

We roepen de lokale besturen op om aan de slag te gaan rond koloniale verwijzingen in de openbare ruimte. Dit moet een participatief proces zijn met het middenveld, diaspora uit de Centraal-Afrikaanse landen en met de inwoners van de gemeente. De risico’s op polarisatie moeten vooraf worden ingeschat. Verzoening, verbinding, waarheidsvinding en erkenning van het verleden moeten centraal staan. Op zijn minst is een zichtbare contextualisering bij elke koloniale verwijzing nodig, maar de uitkomst van elk participatief proces in een gemeente kan anders zijn. 

We willen meer aandacht voor de impact van het kolonialisme en slavernij op school, zodat de kwalijke gevolgen ervan, zowel in het verleden als nu, worden erkend. Om een teruggave van koloniaal erfgoed mogelijk te maken wordt een inventaris opgesteld van alle goederen afkomstig uit Congo, Burundi en Rwanda. Er worden bilaterale samenwerkingsakkoorden opgezet om onrechtmatig verkregen goederen terug te geven. Groen roept ook de lokale besturen op om aan de slag te gaan met goederen afkomstig uit de voormalige kolonies (uitgebreid programma p. 54)

73 “In een vreedzame wereld is ook minder ongelijkheid. Want internationale conflicten en spanningen zijn diep verweven met de economische en sociale verhoudingen. Ook daarom moeten samenwerking, solidariteit en rechtvaardigheid centraal staan in ons internationaal beleid. Dat vraagt meer duurzame en structurele ontwikkeling, in partnerschap met landen en organisaties in het Globale Zuiden.”

73 “…handels- en investeringsakkoorden die het algemeen belang dienen. Die akkoorden mogen nooit in strijd zijn met onze verplichtingen rond klimaat, milieu, sociale rechten en mensenrechten.”

Militair/ wapenhandel

66 “Uiteindelijk willen we net naar minder wapens, naar wapenbeheersing en naar internationale relaties waarin sterke diplomatie en mensenrechten zwaarder wegen dan wapengekletter.”

67 “.. een juridisch bindende Europese verordening over wapenexport en meer Vlaamse controle op de bestemming van wapens en militaire goederen en hoe die gebruikt worden.”

67 “….meer controle op export en gebruik van goederen die naast niet-militair gebruik ook voor militaire doelen gebruikt kunnen worden (“dual use”), zoals bepaalde grondstoffen in de bouw, apparatuur, software of technologie”

67 “…buitensporige overwinsten binnen de Europese defensie industrie afromen.”

Klimaat

17 “…. voorkomen dat ons klimaatbeleid landroof, neokoloniale ontginning en mijnbouw van grondstoffen veroorzaakt, of leidt tot verplaatsing van de vervuilende industrie naar lagere-inkomenslanden.”

Israël-Palestina

(…) “België en de internationale gemeenschap moeten deze annexatie en apartheid benoemen en veroordelen. België moet in VN-kader ook pleiten voor de onmiddellijke opheffing van de blokkade van de Gaza. Louter politieke veroordelingen zijn echter onvoldoende. De straffeloosheid moet stoppen. Groen wil doeltreffende, strenge sancties tegen Israël. Concreet kan dit gaan over gerichte sancties aan Israëlische bewindslieden en gewelddadige kolonisten. 

Belangrijk is ook de inzet van economische sancties. Daarnaast zou het verboden moeten zijn om producten te verhandelen die manifeste inbreuken op het internationaal recht en mensenrechtenschendingen in stand houden of financieren. Groen pleit daarom voor een verbod op de invoer van producten uit illegale nederzettingen in bezette gebieden wereldwijd. We streven voor een Europees kader, maar wachten niet af en voeren zo snel mogelijk een nationaal verbod in. (…)

We ijveren voor de opschorting van Associatieakkoord tussen de EU en Israël , zolang Israël internationale mensenrechtenstandaarden niet naleeft. In het bijzonder heeft dit betrekking op artikel 2 inzake de eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele mensenrechten en artikel 83 betreffende de regel van oorsprong. (uitgebreid programma, p. 16)