Search
Close this search box.

Een eerlijk klimaatbeleid (Vooruit)

Samenvatting

Vooruit heeft in het verkiezingsprogramma op verschillende manieren aandacht voor een klimaatbeleid met oog voor sociaal-economische ongelijkheid. “De omschakeling naar een duurzame samenleving en economie volbrengen we alleen als we de weg samen afleggen. Binnen een collectief kader dat ervoor zorgt dat iedereen mee kan”, schrijft de partij (p. 155).

Zo pleit Vooruit voor een terugdraaiing van de besparingen op het openbaar vervoer (p. 169), een nachtaanbod voor trein, tram en bus (p. 170), meer ruimte voor voetgangers en fietsers (p. 176) en meer parken en groene ruimtes in wijken met weinig natuur (p. 179). Ook wil de partij alle Vlaamse woningen collectief verduurzamen (p. 158). Dat betekent dat mensen zelf geen dure renovaties hoeven te financieren, maar dat die geleidelijk worden afbetaald met het energierendement dat ze opleveren.

De partij erkent ook de grote verantwoordelijkheid van de industrie, de veehouderij en de financiële sector in de klimaatramp, en stelt ook enkele maatregelen voor om die verantwoordelijk te houden.

  • “We strijden voor een internationaal regelgevend kader om investeringen in fossiele energie uit te faseren en te verbieden tegen 2030. Private banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen worden aangemoedigd om al hun beleggingsportefeuilles te ‘decarboniseren’. Voor banken waarin de overheid ook aandeelhouder is, moet dit verplicht zijn.” (p. 162)
  • “Zowel België als de EU stappen uit het Energiehandvestverdrag dat fossiele energiebedrijven de kans geeft om ambitieus klimaatbeleid te saboteren.” (p. 163)

De aandacht voor ongelijkheid beperkt zich wel tot België. Er worden geen maatregelen voorgesteld om de ongelijke effecten van klimaatverandering wereldwijd en de disproportionele impact op mensen van kleur aan te pakken.

  • “We houden welvaart in eigen land door een industrie- en ondernemingsbeleid te voeren dat bedrijven ondersteunt om duurzame technologie op eigen bodem te ontwikkelen en in te zetten.” (p. 161)


Impactanalyse

Klimaatverandering treft mensen in armoede en mensen van kleur onevenredig hard. Een rechtvaardig klimaatbeleid moet zich richten op de grootste (industriële) vervuilers, en moet neokoloniale structuren aanpakken. Dat eerste doet Vooruit in zekere mate.

Aandacht voor het wereldwijde systeem van uitbuiting door multinationals en internationale investeringsfondsen is er onvoldoende in het partijprogramma van Vooruit. Sociaal-economische ongelijkheid wordt vooral op nationaal niveau bekeken. Het voorstel om investeringen in fossiele energie internationaal te verbieden tegen 2030 is een eerste stap. Het gebrek aan erkenning van de verwevenheid tussen structureel racisme en de impact van klimaatverandering, is echter zorgwekkend.

Relevante passages uit het partijprogramma van Vooruit

p. 155: Wij met Vooruit zijn geen doemdenkers. We geloven niet dat we de ontwikkeling en economische groei tot stilstand moeten brengen. Maar we geloven evenmin dat de vrije markt het probleem vanzelf zal oplossen. Of dat de verantwoordelijkheid voor de transitie bij individuele burgers gelegd moet worden. De omschakeling naar een duurzame samenleving en economie volbrengen we alleen als we de weg samen afleggen. Binnen een collectief kader dat ervoor zorgt dat iedereen mee kan.
Dat geldt bij uitstek voor de grote infrastructuurinvesteringen en diensten, zoals elektriciteitsnetten, fietspaden of openbaar vervoer. Alleen met een collectieve aanpak kunnen de lasten én de lusten daarvan eerlijk verdeeld worden en kan ons klimaatbeleid een win-win opleveren voor onze planeet, onze welvaart én onze toekomst.

p. 157: Met de energie- en klimaattransitie komen veel vraagstukken samen. Naast een economisch en een ecologisch luik is er ook een belangrijk sociaal vraagstuk aan verbonden. Het spreekt voor zich dat de energietransitie een impact zal hebben op de betaalbaarheid van een aantal basisproducten, zoals wonen, energie, mobiliteit en voeding. Daarnaast zullen ook de extremere weersomstandigheden die gepaard gaan met de opwarming van de aarde ongelijk verdeeld zijn: wie zich minder goed kan beschermen tegen overstroming en hitte zal harder getroffen worden dan zij die zich hiertegen wel kunnen beschermen. Voor Vooruit mag de sociale ongelijkheid door de noodzakelijke energie- en klimaattransitie niet verder toenemen. De sociale impact van goedbedoelde energie- en klimaatmaatregelen kan voor bepaalde (kwetsbare) doelgroepen groot zijn. Om deze impact in te schatten en te milderen voeren we voor elke maatregel een sociale impactanalyse uit en voorzien we in sociale correcties waar nodig.

p. 158: Vooruit stelt daarom voor om de renovatie van alle Vlaamse woningen collectief aan te pakken. Hoe dan? We laten netbeheerder Fluvius via groepsaankopen voordelig zonnepanelen, warmtepompen, dakisolatie en isolatie voor muren en vloeren aanschaffen. Fluvius schiet de investeringen voor die nodig zijn voor een grondige renovatie van een woning en organiseert ook de nodige verbouwing en installaties. De eindgebruiker betaalt de renovatie geleidelijk terug via de meter. Dat kost gezinnen en alleenstaanden niets, want zij betalen Fluvius terug via de winst die zij maken door uitgespaarde energiekosten. De afbetalingsperiode wordt zo gekozen dat het maandelijkse afbetalingsbedrag lager ligt dan het bedrag dat wordt uitgespaard aan energiekosten. Zo winnen de bewoners ook nog aan koopkracht. (…) Onze ambitie is groot maar haalbaar: wij willen de komende 15 jaar 180.000 woningen per jaar renoveren. Zodat nog voor 2040 al onze woningen energiezuinig zijn.

p. 161: We ondersteunen onze industrie met een coherent industriebeleid. Daarbij koppelen we fiscale voordelen en subsidies aan afdwingbare klimaatvoorwaarden. Zo moedigen we onze industrie aan om snel duurzaam te worden.

p. 161: We houden welvaart in eigen land door een industrie- en ondernemingsbeleid te voeren dat bedrijven ondersteunt om duurzame technologie op eigen bodem te ontwikkelen en in te zetten.

p. 161: Vanaf 2026 geldt een Europese koolstofgrensheffing voor bepaalde producten. We strijden voor een snelle uitbreiding van deze heffing. Dankzij die heffing beschermen we de concurrentiepositie van onze eigen (duurzame) industrie en motiveren we buitenlandse producenten om ook ecologisch te produceren.

p. 162: In onze handelsakkoorden nemen we afdwingbare afspraken rond duurzaamheid, milieubescherming, mensen- en arbeidsrechten op. Als deze niet nageleefd worden, moeten sancties (zoals het intrekken van handelsvoordelen of gunstige tarieven) mogelijk zijn.

p. 162: We strijden voor een internationaal regelgevend kader om investeringen in fossiele energie uit te faseren en te verbieden tegen 2030. Private banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen worden aangemoedigd om al hun beleggingsportefeuilles te ‘decarboniseren’. Voor banken waarin de overheid ook aandeelhouder is, moet dit verplicht zijn.

p. 163: Het Energiehandvestverdrag is een verouderd internationaal verdrag dat fossiele energiebedrijven de mogelijkheid geeft om overheden aan te klagen voor klimaat en milieumaatregelen die de ‘investeringszekerheid’ aantasten. Zowel België als de EU stappen uit het Energiehandvestverdrag dat fossiele energiebedrijven de kans geeft om ambitieus klimaatbeleid te saboteren.

p. 163: We geven geen investeringssteun meer aan landbouwers met een grote klimaatimpact doordat ze bijvoorbeeld veevoeder importeren (ten koste van het Amazonewoud) en vlees produceren om het daarna te exporteren.

p. 164: We voorzien speciale consumentenkredieten voor het leggen van zonnepanelen. Mensen kunnen deze terugbetalen met het geld dat ze terugverdienen met hun goedkope stroom uit zonnepanelen. Zo wordt het leggen van zonnepanelen ineens mogelijk voor een heel grote groep.
De overheid organiseert en financiert de installatie van zonnepanelen op elk geschikt dak. De terugbetalingstermijn leggen we hoger dan de terugverdientijd, waardoor gezinnen meteen aan koopkracht winnen.

p. 169: Het wegwerken van vervoersarmoede wordt een absolute beleidsprioriteit. We investeren opnieuw in openbaar vervoer en zetten in Vlaanderen de fouten en besparingen uit het verleden recht.

p. 169: We sturen de vervoerregio’s terug naar de tekentafel om ambitieuze openbaarvervoerplannen op te maken die meer reizigers bereiken en een échte modal shift realiseren. We stappen daarbij af van de budgetneutraliteit en trekken voldoende budget uit om de visie, ambities en concrete acties die de vervoerregio’s in hun plannen naar voor schuiven, ook effectief in de praktijk om te zetten.

p. 169: Het openbaar vervoer is van iedereen en moet er voor iedereen zijn. Zeker ook voor personen met een handicap of beperkte mobiliteit. De investeringen in toegankelijke haltes, stations en voertuigen moeten ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen zelfstandig het openbaar vervoer kunnen nemen.

p. 170: We voorzien een nachtaanbod voor trein, tram en bus.

p. 170: We verdubbelen de investeringen in fietsinfrastructuur en versnellen zo de fietsrevolutie. (…) we maken het mogelijk om fietsen gratis mee te nemen op het openbaar vervoer en zorgen voor meer en veilige fietsparkings aan bushaltes en stations en meer fietsplaatsen op de trein.

p. 176: We maken meer ruimte voor voetgangers en fietsers, die met steeds meer zijn en steeds diverser worden. We stimuleren dat elke dorps- en stadskern een netwerk van fietsstraten of fietszones ontwikkelt waar gemotoriseerd verkeer geen fietsers mag inhalen.

p. 179: In wijken met weinig natuur worden braakliggende terreinen omgevormd tot kleine parken en gedeelde moestuinen. Ook in zones die tijdelijk leeg staan maken we het stedenbouwkundig mogelijk om pop-up-parken op privégronden op te richten. Zo heeft iedereen toegang tot een groene ruimte op wandelafstand.