Search
Close this search box.

Kerntaken van de politie (Vooruit)

Samenvatting

In het verkiezingsprogramma van Vooruit ligt de nadruk op méér investeringen in de verschillende Belgische politiediensten. Over een kerntakendebat wordt in het programma niet gesproken. Zo pleit de partij onder meer voor ‘meer middelen bij fiscus, politie en justitie’ in de strijd tegen georganiseerde fraude (p. 86) en wil de partij het aantal wijkagenten verhogen om ‘onleefbare buurten’ aan te pakken en sociale cohesie te versterken. Hoewel Vooruit niet alléén de politie wil inschakelen om samenlevingsproblemen aan te pakken – de partij wil de straathoekwerking versterken (p. 206) – wordt het belang van meer politieinzet ook hier benadrukt. Zo wil de partij “het aantal wijkagenten tot minstens 3 inspecteurs per 8.000 inwoners [verhogen] en [verheft ze] dat cijfer tot een minimale norm” (p. 206)

Ook bij zaken van intrafamiliair geweld moet de politie meer betrokken worden, stelt Vooruit. “[Hier] passen we het gedeeld beroepsgeheim consequent toe. We versterken het casusoverleg tussen hulpverleners, leerkrachten, politie- en justitiediensten. We leggen hierbij de nadruk op de informatie die een hulpverlener wel kan of moet delen en wat hij niet kan delen” (p. 216)

Verder moet er extra geld komen om de politie beter toe te rusten op de aanpak van cybercriminaliteit, waarmee ‘gespecialiseerde profielen’ kunnen worden aangetrokken. (p. 217). Ook wil Vooruit meer en betere politieinzet bij de aanpak van ‘extreme genderongelijkheid binnen gezinnen’ (p. 228). Tot slot pleit de partij voor een centrale dienst binnen de federale politie die ondersteuning kan bieden bij de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel (p. 280)

De partij erkent in één geval wel dat er risico’s schuilen in de inzet van politie bij de aanpak van steeds meer samenlevingsproblemen: “Een steeds groter wordend aantal politie-interventies heeft betrekking op mensen met een sociale of mentale zorgproblematiek die zich in een crisissituatie bevinden. We leiden onze politiemensen beter op om hiermee om te gaan en, indien nodig, de beste hulp in te schakelen. Daarnaast zorgen we ervoor dat politiemensen in crisissituaties structureel kunnen samenwerken met mobiele crisisteams die multidisciplinair samengesteld zijn, o.a. uit psychiaters, psychologen en sociale werkers (p. 207).” Vooruit ziet de oplossing dus in betere samenwerking met andere hulpverleners en betere opleiding van agenten, niet in het overhevelen van politietaken naar die hulpverleners.

Waar Vooruit duidelijk standpunt inneemt en maatregelen voorstelt om geweld tégen de politie strenger te bestraffen, zijn de maatregelen om buitensporig geweld dóór de politie aan te pakken minder duidelijk. De partij stelt hierover enkel: “We herzien het politiestatuut zodat een vlottere afhandeling van tuchtzaken mogelijk is. We verbeteren de rechtspositie van de burger hierin” (p. 206)

Wel stelt de partij maatregelen voor tegen etnisch profileren. Vooruit pleit voor een ‘duidelijk juridisch kader voor professioneel profileren’: “Het kan niet dat mensen puur omwille van hun huidskleur of socio-economische achtergrond vaker gecontroleerd of aangehouden worden. Daarom maken we identiteitscontroles meetbaar en controleerbaar” (p. 207). In dat kader pleit de partij voor een onafhankelijk controle- en klachtensysteem ‘zodat klachten op eenzelfde manier worden behandeld en geregistreerd’.

Impactanalyse

In het verkiezingsprogramma van Vooruit is bij verschillende beleidsdomeinen het voornemen opgenomen om meer politie in te zetten, en daarnaast voor bestaande diensten meer middelen te voorzien. Dit zal vermoedelijk leiden tot een aanzienlijke toename van het politiebudget. Hoewel de partij bij mensen met een sociale of mentale zorgproblematiek erkent dat de politie momenteel onvoldoende is toegerust om adequaat te handelen, is dit voor Vooruit geen reden om politietaken over te hevelen naar andere maatschappelijke actoren.

Uit ons onderzoek naar incidenten van buitensporig politiegeweld in België blijkt dat de aanvankelijke reden voor het politieoptreden vaak futiel was, en niet gerelateerd aan zware criminaliteit: onevenredig en dodelijk geweld als gevolg van onnodig politieoptreden. Vooral mensen met een migratieachtergrond of (hierboven vermelde) mentale zorgnoden bleken hiervan slachtoffer te worden.

Een beter juridisch kader dat etnisch profileren tegengaat, is belangrijk om racistisch politieoptreden tegen te gaan. Maar de combinatie van het gebrek aan maatregelen tegen buitensporig politiegeweld en het uitbreiden van de inzet van de politie, betekent dat het probleem blijft bestaan, en mogelijk groter wordt.

Relevante passages uit het partijprogramma van Vooruit

p. 86: Onderzoekers in de strijd tegen de grote georganiseerde fraude moeten de middelen krijgen om de grote, complexe dossiers tot een goed einde te brengen. Dat is een kwestie van een betere organisatie, maar vooral ook van meer middelen bij fiscus, politie en justitie. Die verdienen zichzelf terug. We versterken het personeelsbestand bij de controlediensten bij de BBI en de secties economisch-financiële criminaliteit bij de parketten, met een gepaste regionale spreiding.

p. 86: We versterken de werking van de multidisciplinaire onderzoeksteams (MOTEMS) bij de Federale Gerechtelijke Politie, waarin gespecialiseerde politiemensen en ambtenaren van de fiscus structureel samenwerken. We breiden het aantal BBI-ambtenaren met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, die bijstand geven in het kader van de MOTEMS, uit. Op termijn evolueren we naar een multidisciplinaire onderzoeksdienst, gelijkaardig aan het FIOD in Nederland.

p. 149: Om te garanderen dat kinderen in onveilige situaties snel geholpen worden, passen we het gedeeld beroepsgeheim consequent toe. We versterken het casusoverleg tussen hulpverleners, leerkrachten, politie- en justitiediensten. We leggen hierbij de nadruk op de informatie die een hulpverlener wel kan of moet delen en wat hij niet kan delen.

p. 194: Het eerste wat je nodig hebt voor veiligheid, is een sterke overheid. De rijkste mensen kunnen misschien zelf hun privé-veiligheid kopen door hoge muren te bouwen en dure alarmsystemen te installeren. Maar mensen met een normale baan en een gewone woning, hangen voor hun veiligheid af van de overheid: van de politie, van het gerecht en van een stevig veiligheidsbeleid.

p. 196: Geweld tegen politie of andere hulpverleners, zoals brandweer of zorgpersoneel, wordt nooit getolereerd. Agressie, verbaal of fysiek, is onacceptabel en blijft een prioriteit in het vervolgingsbeleid van justitie. Deze regering heeft een nultolerantie ingevoerd voor mensen die geweld gebruiken tegen onze veiligheids- of hulpdiensten. Wie een politieagent, brandweerman, cipier of ambulancier aanvalt, moet altijd worden vervolgd en bestraft. Dit geldt ook voor iedereen in een publieke functie, zoals chauffeurs van De Lijn, personeel van de NMBS, parkeerwachters, enz. Daar staan wij nu en in de toekomst voor.

p. 197: Bij intrafamiliaal geweld moet de dader uit huis geplaatst worden, en niet het slachtoffer. We zorgen voor voldoende sensibilisering en opleiding bij politie en parket en zetten de investeringen verder om dit overal in België mogelijk te maken. We zorgen voor een betere opvolging van huis- en contactverboden. Ook het gebruik van het mobiel stalkingalarm wordt verder structureel verankerd.

p. 197: We zorgen ervoor dat slachtoffers na een tussenkomst van politie ook vlotter en structureler naar juridische bijstand worden toegeleid.

p. 201: Als mensen alleen naar de overheid kijken voor hun veiligheid – zonder zelf hun steentje bij te dragen, zal er nooit echt veiligheid zijn. Daarom moet een sterke overheid niet alleen investeren in politie en justitie maar ook in hechte wijken en warme buurten. Buurten met een zichtbaar aanwezige en aanspreekbare wijkagent. Of – in steden – met een buurtregisseur, of straathoekwerker die diep vervlochten is in het sociale weefsel. Voor Vooruit is sociale cohesie een basisingrediënt van veiligheid. Maar zelfs als op elke Belgische straathoek een agent of straathoekwerker zou staan, blijft echte veiligheid buiten bereik. Pas als we ons allemaal verantwoordelijk voelen voor het welzijn van onze eigen straten, gemeenschappen en steden, kunnen we bouwen aan een land waarin criminaliteit verder wordt teruggedrongen.

p. 203: We zetten daarnaast ook in op meer en betere samenwerking tussen politie, justitie en de deelstatelijke inspectiediensten. Ook de samenwerking met buitenlandse partners wordt versterkt, o.a. om grenscriminaliteit harder aan te pakken en grensoverschrijdende achtervolgingen sneller mogelijk te maken.

p. 203: Om onveiligheid en onleefbaarheid doeltreffend en doelmatig aan te pakken, laten we politie, parket en lokale besturen structureler samenwerken rond preventie, handhaving en vervolging. Ook hulpverlening en andere veiligheidsactoren worden hierbij betrokken.

p. 206: We verhogen het aantal wijkagenten tot minstens 3 inspecteurs per 8.000 inwoners en verheffen dat cijfer tot een minimale norm. We omkaderen de wijkagent beter en zorgen voor betere administratieve ondersteuning, o.a. door in te zetten op een sterk datamanagement. Wijkagenten worden niet – zoals vandaag vaak het geval is – te pas en te onpas als reserve ingezet op andere plekken. Wijkwerking blijft wijkwerking. We versterken ook de straathoekwerking.

p. 206: Om het vertrouwen van de bevolking blijvend te verdienen, is integriteit binnen de politie essentieel. Een integere politie, lokaal en federaal, is noodzakelijk om een effectieve en effici.nte dienstverlening te kunnen bieden. De samenleving vertrouwt erop dat het intern moreel kompas van onze politiemensen de juiste richting aangeeft. Dat ze een eerlijke en correcte belangenafweging maken over wat juist en acceptabel is. Onze hele bevolking moet kunnen rekenen op een correct en professioneel handelen van de politie. Wederzijds respect en begrip is daarbij essentieel. Geweld tegenover de politie tolereren we niet. Nooit. Maar ook politiegeweld tolereren we niet: beiden moeten voor Vooruit streng bestraft worden.

p. 207: We herzien het politiestatuut zodat een vlottere afhandeling van tuchtzaken mogelijk is. We verbeteren de rechtspositie van de burger hierin.

p. 207: We maken een duidelijk juridisch kader voor professioneel profileren. Het kan niet dat mensen puur omwille van hun huidskleur of socio-economische achtergrond vaker gecontroleerd of aangehouden worden. Daarom maken we identiteitscontroles meetbaar en controleerbaar. We ontwikkelen heldere richtlijnen, een registratiesysteem en een vorming van alle politiekorpsen. We installeren een uniform, onafhankelijk en effectief controle- en klachtensysteem zodat klachten op eenzelfde manier worden behandeld en geregistreerd.

p. 207: We organiseren informele activiteiten waar jongeren en politie elkaar beter kunnen leren kennen, zeker in wijken waar de relatie tussen beide groepen gespannen is.

p. 207: Vooruit wil meer diversiteit in het volledige politiekorps en dus een aanwervingsbeleid dat hierop afgestemd is. De politie moet zo veel mogelijk een afspiegeling zijn van de bevolking.

p. 207: Politiemensen worden opgeleid om hun aanpak aan te passen aan de aanwezigheid van kinderen en jongeren bij interventies (de zogenaamde “kind-toets”). We zorgen ook voor een wettelijke inbedding van de jeugdpolitie.

p. 207: Een steeds groter wordend aantal politie-interventies heeft betrekking op mensen met een sociale of mentale zorgproblematiek die zich in een crisissituatie bevinden. We leiden onze politiemensen beter op om hiermee om te gaan en, indien nodig, de beste hulp in te schakelen. Daarnaast zorgen we ervoor dat politiemensen in crisissituaties structureel kunnen samenwerken met mobiele crisisteams die multidisciplinair samengesteld zijn, o.a. uit psychiaters, psychologen en sociale werkers. De mobiele crisisteams zorgen voor een snelle respons en maken een eerste inschatting van de situatie. Om kwalitatief te kunnen werken, garanderen we de 24/7-aanwezigheid van en afstemming op expertise uit diverse bestaande crisisteams, zoals expertise in verslavingszorg of crisishulp bij minderjarigen.

p. 214: Voor Vooruit ligt de focus op een geïntegreerd nationaal drugbeleid met aandacht voor repressie, preventie, vroeginterventie, harm reduction en zorg. Dat kan alleen als iedereen samenwerkt: van de federale, regionale en lokale overheden tot politie, justitie, de Dienst Vreemdelingenzaken, hulpverlening, jeugdzorg, etc.

p. 215: Voor veel volwassenen en kinderen is thuis helaas geen veilige plek. Geen plek waar ze beschermd worden, maar een plek van conflict en dagelijkse spanning. Waar ze geconfronteerd worden met fysiek, seksueel of psychisch geweld of verwaarlozing. Ontsnappen uit zo’n situatie is bijzonder moeilijk. Doordat het geweld vaak achter gesloten deuren gebeurt, blijft het ook nog te gemakkelijk onder de radar. Om dat te vermijden, moet meer worden ingezet op sensibilisering en preventie, zoals door het aanbieden van omstaanderstrainingen in (jeugd)organisaties en verenigingen, en inclusieve seksuele en relationele vorming in scholen. Maar daarnaast moeten politie, justitie en hulpverlening ook nog beter en intensiever samenwerken.

p. 216: [In het kader van intrafamiliaal geweld] Ook tussen de driehoek politie, justitie en hulpverlening verbeteren we de informatiedeling en -doorstroming door het gedeeld beroepsgeheim te moderniseren en het casusoverleg te versterken. We leggen hierbij de nadruk op de informatie die een hulpverlener wél kan of moet delen in plaats van wat hij niet kan delen.

p. 217: De eenheden van de politie die met cybercriminaliteit bezig zijn, worden uitgebreid. Gespecialiseerde profielen met de juiste kwalificaties worden aangetrokken. Hun verloning en voorwaarden moeten geoptimaliseerd worden, zodat kan worden geconcurreerd met de privésector. Alle politiemensen moeten een minimale vorming krijgen waardoor ze in staat zijn de burger bij te staan met eerste hulp bij cybermisdrijven.

p. 228: Naar het voorbeeld van Nederland zorgen we voor een strenge aanpak en consequente opvolging van achterlating, huwelijksdwang en genitale verminking bij minderjarige meisjes. Ook gevallen van extreme genderongelijkheid binnen gezinnen moeten als verontrustende opvoedingssituatie gemeld, opgevolgd en begeleid kunnen worden. We zorgen ervoor dat hulpverleners, politie en justitie hiervoor goed opgeleid en uitgerust zijn.

p. 280: [Over mensenhandel en mensensmokkel] Om de grote internationale netwerken te ontmantelen, focussen we op Europese en internationale ketenaanpak, samenwerking en informatie-uitwisseling. Onderzoeksteams passen ook hier het principe “follow the money” toe. Binnen de federale politie richten we daartoe een centrale dienst op die de geïntegreerde politie en internationale partners ondersteunt.