Search
Close this search box.

Aandacht voor gekleurde armoede (Vooruit)

Samenvatting

In haar partijprogramma heeft Vooruit geen specifieke aandacht voor de verwevenheid tussen racisme en economische uitsluiting. Wel wordt er gesproken over het bewerkstelligen van een ‘gelijke startpositie’ om armoede structureel te verminderen (p. 69). Verderop in het partijprogramma lijkt Vooruit te zinspelen op het verplicht maken van kinderopvang.

  • “Door meer middelen rechtstreeks in kinderen te investeren (cash naar diensten), verkleinen we de ongelijkheid. Tegelijk zorgen we ervoor dat het kindergeld gerichter wordt toegekend, zodat geen enkel kind in armoede moet opgroeien. We verwachten dat ouders ook gebruikmaken van de ondersteuning die in het belang van hun kinderen voorzien wordt. Zo willen we elk kind in de kinderopvang en in de kleuterklas krijgen. Alleen zo kunnen we garanderen dat elk kind echt een gelijke basis aan kansen krijgt.” (p. 142)
  • “Door te zorgen voor gezonde maaltijden, lagere schoolkosten en goede kinderopvang, voorzien we een sterke basis aan kansen voor elk kind. Die kansen moeten ook gegrepen worden door de ouders. Daarom verwachten we voldoende aanwezigheid in de opvang, in de kleuterklas en op school.” (p. 143)

Er is in het verkiezingsprogramma wel aandacht voor het tegengaan van uitbuiting van arbeidsmigranten. Maar tegelijkertijd werpt Vooruit juist extra drempels op voor nieuwkomers om van hun sociale rechten gebruik te kunnen maken – wat armoede bij die groep juist in de hand kan werken. Zo wil Vooruit hen pas na drie jaar het recht op een leefloon geven. De ‘integratiesteun’ die er in de eerste drie jaar voor in de plaats komt, krijgt men enkel op voorwaarde van het doorlopen van een ‘nieuwkomerstraject’.” (p. 237)

Impactanalyse

Belgen met een migratieachtergrond lopen een groter risico om in armoede terecht te komen. Dit gaat om een complex web van historische financiële achterstelling en structureel racisme in onder meer het onderwijs, in de zorg, op de arbeidsmarkt en op de woningmarkt. In het partijprogramma van Vooruit is hier geen aandacht voor. 

Het beleid dat er wel wordt voorgesteld om kinderen een gelijke startpositie te geven, gaat gepaard met een rechten- en plichtendiscours. Het risico hierbij is dat rechten voorwaardelijk gemaakt worden, en daardoor voor sommige groepen worden ingeperkt.

Relevante passages uit het partijprogramma van Vooruit

p. 69: Om armoede structureel te verminderen, is een gelijke startpositie cruciaal. We moeten voorkomen dat armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven. Daarom moet elk kind een gelijke basis aan kansen krijgen vanaf de geboorte. Om die gelijke basis te voorzien, zorgen we voor betaalbare kinderopvang, gezonde maaltijden op school en een lagere schoolfactuur.

p. 142: Vooruit wil dat ieder kind krijgt wat het nodig heeft om zich volledig te ontwikkelen. Om dat te bereiken gaan we de zaken drastisch anders aanpakken dan vandaag. We zorgen voor een basis aan kansen voor elk kind door extra te investeren in kinderen en het kindergeld te hervormen. Zo kunnen we voor elk kind goede opvang voorzien in de crèche en een gratis maaltijd op de basisschool. Zo kunnen we voor elk kind een plafond zetten op de schoolfacturen in het middelbaar onderwijs, zodat ze allemaal voor de studierichting kunnen kiezen die het beste bij hen past. Door meer middelen rechtstreeks in kinderen te investeren (cash naar diensten), verkleinen we de ongelijkheid. Tegelijk zorgen we ervoor dat het kindergeld gerichter wordt toegekend, zodat geen enkel kind in armoede moet opgroeien. We verwachten dat ouders ook gebruikmaken van de ondersteuning die in het belang van hun kinderen voorzien wordt. Zo willen we elk kind in de kinderopvang en in de kleuterklas krijgen. Alleen zo kunnen we garanderen dat elk kind echt een gelijke basis aan kansen krijgt.

p. 143: Door te zorgen voor gezonde maaltijden, lagere schoolkosten en goede kinderopvang, voorzien we een sterke basis aan kansen voor elk kind. Die kansen moeten ook gegrepen worden door de ouders. Daarom verwachten we voldoende aanwezigheid in de opvang, in de kleuterklas en op school.

p. 228: [Onder het kopje ‘de strijd voor vrouwenrechten’] We hebben elk vrouwelijk talent nodig op de arbeidsmarkt. Daarom investeren we meer in de economische zelfstandigheid van vrouwen, in het bijzonder van (alleenstaande) moeders, kort opgeleide vrouwen en vrouwen met een migratieachtergrond. Omdat vrouwen die aan het werk zijn, beter beschermd zijn tegen armoede en afhankelijkheid. Drempels om te kunnen werken, moeten worden weggewerkt. Kinderopvang is daarin een cruciale factor. Maar ook een beter loon en betere arbeidsomstandigheden, in het bijzonder voor vrouwelijke arbeidsters, huishoudhulpen en vrouwen in zorgberoepen.