Search
Close this search box.

Werk

Inleiding en aandachtspunten GRIP

We kunnen in Vlaanderen zeker nog niet spreken van een inclusieve arbeidsmarkt voor personen met een handicap. Mensen met een handicap zijn duidelijk ondervertegenwoordigd. En werkplekken zijn in Vlaanderen nog onvoldoende omgevormd tot inclusieve werkplekken. De werkzaamheidsgraad van personen met een arbeidshandicap blijft bijzonder laag, onder de 50%. En na een jarenlange positieve trend, was er in 2022 zelfs een terugval van – 2,7% naar 46,5%. Bij personen zonder hinder steeg de werkzaamheidsgraad in 2022 tot 82,1 %. Er blijft dus een grote tewerkstellingskloof. Die bedroeg in 2022 35,6%. Het is dus essentieel om de komende jaren sterker in te zetten op de tewerkstellingskansen van personen met een handicap.

Dit zijn de aandachtspunten in het Verkiezingsdossier van GRIP:

  • Monitoring, evaluatie en verbetering van individueel maatwerk
  • Sensibiliseren over het recht op redelijke aanpassingen
  • Persoonlijke assistentie bij tewerkstelling uitbouwen
  • Sterkere begeleidende diensten die werken vanuit inclusievisie
  • Toewerken naar een tewerkstellingsbreuk op maat
  • Combinatieregeling deeltijds werk en uitkeringen uitwerken
  • Rol van maatwerkbedrijven herbekijken om van segregatie naar inclusie te evolueren

Wat zeggen de partijen hierover concreet?

cd&v
  • Regel 1945 – 1948: “Personen met een handicap moeten ook de kans krijgen om aan de slag te gaan. Zij hebben recht op werk, bij voorkeur op de reguliere arbeidsmarkt. Het kader van individueel maatwerk kan een hefboom zijn. (…) moeten er genoeg doorstroommogelijkheden naar de reguliere arbeidsmarkt zijn, voor wie dit wenst.”
  • Regel 1949 – 1956: “Vandaag zijn er nog te veel financiële drempels die personen met een handicap moeten overwinnen om aan het werk te kunnen gaan. Sommige mensen hebben schrik dat ze hun uitkering (gedeeltelijk) zullen verliezen als ze een paar dagen in de week gaan werken. Ook een tijdelijke tewerkstelling kan als gevolg hebben dat het vervangingsinkomen structureel verlaagd wordt, ondanks het feit dat de persoon na een periode niet lager werkt en dus ook geen andere inkomsten meer heeft. We maken komaf met deze drempels.”
  • Regel 6045 tot 6048: “Sinds 1 juli 2023 is er met de komst van Individueel Maatwerk een potentiële game-changer gekomen om meer personen met een handicap kansen te geven op een vaste job. Toch zijn er nog heel wat drempels op de reguliere arbeidsmarkt, bij de overheid en in het zelfstandigenstatuut voor personen met een handicap die we willen wegwerken.”
  • Regel 6053 tot 6055: “We zorgen voor meer cumulatiemogelijkheden van de inkomensvervangende tegemoetkoming met inkomen uit arbeid, zodat wie aan de slag gaat niet onmiddellijk zijn/haar tegemoetkomingverliest. Werken moet steeds lonen.”
  • Regel 6074 tot 6075: “We voeren sensibiliseringsacties over het recht op redelijke aanpassingen en zorgen voor een uitwisseling van goede praktijken hiervan tussen werkgevers.”
  • Regel 6213 – 6216: “Het is belangrijk dat we de doorstroom kunnen meten, zoals nu al met de AMA-meter gebeurt (vragenlijst met vier vragen over tijdsbesteding en waardering van begeleid werk; AMA staat voor ‘arbeidsmatige activiteiten’). We pleiten voor een wetenschappelijke verdieping en validering van dit meetinstrument.”
Groen
  • p. 73: “De uitrol van het nieuwe individuele maatwerk volgen we van nabij op om waar nodig bij te sturen. Individueel maatwerk biedt ondersteuning aan werkgevers bij de tewerkstelling van personen met een arbeidsbeperking en aan zelfstandigen met een arbeidsbeperking. Individueel maatwerk zou de drempel moeten verlagen voor de aanwerving en tewerkstelling van personen met een arbeidsbeperking op de reguliere arbeidsmarkt door te zorgen voor een goede werkomgeving en begeleiding. We zorgen ervoor dat de werkgevers die hier gebruik van maken voldoende ondersteund en geëvalueerd worden bij het realiseren van een werksituatie op maat van de werknemer met een arbeidsbeperking en dat de professionele ontwikkeling en duurzame loopbaan van deze werknemer mee centraal staat.”
N-VA
  • 17: “We ondersteunen ook bedrijven uit de reguliere economie om doelgroepwerknemers te werk te stellen via het individueel maatwerk of de enclavewerking.”
  • 17: “Met een financiële incentive stimuleren we ondernemingen uit de sociale economie (zoals maatwerkbedrijven) voor de doorstroom van hun doelgroepwerknemers naar reguliere jobs in de private sector, zodat er in de gesubsidieerde sociale economie extra plaatsen vrijkomen voor nieuwe instroom van de meest kwetsbare werknemers.”
Open Vld
  • Punt 36: “We moeten dan ook af van het alles-of-nietsverhaal: wie kiest voor deeltijdse re-integratie mag niet worden gesanctioneerd door het verlies van de uitkering of sociale voordelen. Integendeel, kiezen voor werk moet altijd meer opbrengen dan inactief blijven.”
  • Punt 37: “(…) Maatwerkbedrijven die er in slagen om werknemers succesvol te laten doorstromen naar individueel maatwerk of reguliere jobs, belonen we.”
PVDA

Onze aandachtspunten worden niet duidelijk overgenomen.

Vlaams Belang

Onze aandachtspunten worden niet duidelijk overgenomen.

Vooruit

Onze aandachtspunten worden niet duidelijk overgenomen.

Enkele globale vaststellingen

cd&v, Vooruit, Groen, Open Vld en PVDA willen inzetten op versterking van maatwerkbedrijven en sociale economie en uitbreiding van aantal arbeidsplaatsen daar om zoveel mogelijk mensen een job te geven. Het partijprogramma van cd&v geeft veel aandacht aan verschillende vormen van tewerkstelling. De sociale economie wordt benoemd als een onderdeel van de reguliere economie. Er wordt veel aandacht besteed aan de uitwisseling en doorstroming tussen de systemen. Vooruit en PVDA leggen de nadruk op een degelijke subsidiëring van maatwerkbedrijven zodat ze niet financieel rendabel moeten zijn en de sociale opdracht kan primeren. Groen ziet sociale economie heel breed. Open Vld wil wie in maatwerkbedrijven aan de slag kan opentrekken. Groen wil ervoor zorgen dat overheden gemakkelijker bij bedrijven uit de sociale economie zouden kunnen aankopen. Dat houdt een versterking van maatwerkbedrijven in, terwijl men ook de keuze zou kunnen maken om zich juist te richten op reguliere bedrijven die inspanningen doen om inclusieve werkvloeren te worden.

Bijkomend: een aantal partijen stellen maatregelen voor naar private werkgevers toe. Zo wil Groen “net als bij de Federale overheid grote ondernemingen ook verplichten om een aantal functies voor te behouden voor mensen met een beperking.” En zegt Vooruit in punt 926 dat “de minister van Werk werkt per sector gedragscodes, positieve acties of diversiteitsplannen uit moet werken” om dan “de financiering resultaatsaansprakelijk te maken naar het voorbeeld van de Vlaamse sectorconvenants.” PVDA wil dat “5 procent van de jobs in de openbare sectoren en privébedrijven met meer dan 20 werknemers aangepast is voor mensen met een handicap.” cd&v wil mensen met een handicap meer inspraak geven bij arbeidsmarktbeleid.