Inleiding en aandachtspunten GRIP
Onderwijs is een basisrecht, net zoals eten en drinken. Het is onze plicht, en die van elke overheid, om dit recht voor alle kinderen en jongeren te waarborgen. Het is dan ook het fundament van de toekomstige samenleving. De kinderen van nu zijn de volwassenen van morgen.
In Vlaanderen krijgen kinderen/jongvolwassenen met een handicap nog altijd veel te weinig kansen om zich inclusief te ontplooien. De overheid voorziet niet dat de redelijke aanpassingen die leerlingen/studenten nodig hebben, worden aangeboden in een inclusieve setting. Hierdoor blijft Vlaanderen koploper in het segregeren van kinderen/jong volwassenen met een ondersteuningsnood binnen een onderwijscontext.
Hierdoor zijn personen met een handicap vaak laaggeschoold en dit heeft een impact op hun verder leven: inclusief werk vinden en zelfstandig wonen staan hierdoor voor die personen op de helling.
Dit zijn de aandachtspunten in het Verkiezingsdossier van GRIP:
- Vrijstelling van leerplicht herzien
- Inschrijvingsrecht beter beschermen
- Persoonlijke assistentie ter beschikking stellen
- Certificatie voor Individueel Aangepast Curriculum die gelijkwaardig is aan die in buitengewoon onderwijs
- Beleidsparticipatie van personen met een handicap en ouders organiseren
- Regelgeving rond kine en logo aanpassen
Wat zeggen de partijen hierover concreet?
- 134: “Onderwijs kan ook maar een sociale hefboom zijn, als de overheid erin slaagt voor alle jongeren het leerrecht te garanderen en te beschermen.”
- 191: “We nemen iedereen mee. We willen dat alle leerlingen op school een plaats kunnen vinden die bij hen past, en waar ze zichzelf kunnen zijn.”
- 194: “We beschermen het inschrijvingsrecht voor leerlingen met een verslag beter. We creëren een meldpunt voor zogenaamde “weigeringen onder tafel”, waarbij een school een leerling met een beperking officieus weigert.”
- 194: “Inclusief onderwijs kan pas waargemaakt worden door voldoende ondersteuning te voorzien in de klas. In het buitengewoon onderwijs zijn vandaag al multidisciplinaire teams aan de slag, waarin ook logopedisten, kinesisten of medisch personeel aangesteld kunnen worden. We creëren ook in het gewoon onderwijs meer mogelijkheden om personeel met andere profielen aan te stellen.”
- p. 194: “We werken de jarenlange wachttijden voor een persoonlijk assistentiebudget weg. Beroep kunnen doen op een assistent maakt het voor heel wat kinderen met een beperking beter haalbaar om school te kunnen lopen in het gewoon onderwijs.”
Onze aandachtspunten worden niet duidelijk overgenomen.
- p. 99: “Wij gaan 100% voor excellent onderwijs dat elke leerling in staat stelt zijn of haar volledige potentieel te bereiken, ongeacht zijn of haar achtergrond.”
- 252. “Elk kind is uniek en verdient het om volwaardig, zonder uitsluiting en segregatie op school, omarmd en ondersteund te worden.”
- p. 279 “We verplichten de overheid automatisch een budget toe te kennen aan iedereen die zorg en ondersteuning nodig heeft.”
Onze aandachtspunten worden niet duidelijk overgenomen.
- 137: “Sterk onderwijs betekent dat alle kinderen de kans krijgen om hun talent te ontwikkelen.”
Enkele globale vaststellingen
Al vermelden de partijen dat onderwijs met het grootste deel van het Vlaamse budget gaat lopen is er zeer weinig terug te vinden over waar we met ons onderwijs naartoe moeten. Elke partij spreekt wel over meer kwaliteitsvol onderwijs, excelleren en het niveau doen stijgen maar niet over hoe ons onderwijs er dan binnen 20 jaar dient uit te zien. Er worden ook zeer weinig tot bij sommige geen ambities uitgesproken voor leerlingen met een handicap. Het is duidelijk dat de partijen nog steeds niet overtuigd zijn dat kwalitatief onderwijs inclusief onderwijs is.
Bijkomende vaststellingen:
Bij Vlaams Belang vinden we niets over leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, niets over inclusie dus ook niets over inclusief onderwijs.
PVDA schreef wel een aantal maatregelen neer om hun streefdoel voor “het opnemen van kinderen met een handicap in het reguliere onderwijs, zodat ze volwaardig kunnen deelnemen aan het leerproces” waar te maken. “Dit doen we door de budgetten voor leersteun te verhogen, en door ondersteuners kinderen met een handicap rechtstreeks in de klas te laten begeleiden. We betrekken kinderen en hun ouders actiever bij de zoektocht naar aanpassingen, en we breiden de lerarenopleiding uit. Via extra brede trajecten geven we leerkrachten meer vaardigheden en kennis over het lesgeven aan kinderen met een handicap, en over de uitdagingen van het lesgeven in een grootstedelijke context.”(p 252-253)
Vooruit vindt op p. 132: “Jongeren moeten maximaal in het gewoon onderwijs les kunnen volgen. We zorgen ervoor dat scholen voldoende handvatten hebben om leerlingen de juiste ondersteuning te bieden.” Vooruit heeft daarvoor heel wat ideeën, waaronder meer samenwerking tussen allerlei actoren, maar ook voldoende middelen voor de scholen voor zorg, expertiseversterking en mogelijkheden om kine en logo in gewoon onderwijs te versterken.
Groen vermeldt op p. 194 het VN-verdrag: “Voor kinderen met een beperking wil Groen de ambitie van inclusief onderwijs waarmaken, zoals omschreven in artikel 24 van het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap. Een inclusieve schoolcarrière is immers het beste pad richting een inclusieve samenleving.”
N-VA blijft uitgaan van het Leersteundecreet, maar wil het blijven onderzoeken en indien nodig bijsturen. N-VA gaat echter vooral in op buitengewoon onderwijs, want “gewoon als het kan, buitengewoon als het beter is”, en daarbij kijken naar “types en onderwijsvormen”. De partij wil voortbouwen op pilootprojecten om ervoor te zorgen dat kinderen minder lang op de bus moeten zitten naar buitengewoon onderwijs en wil zelfs “knopen doorhakken voor een doortastend inschrijvingsdecreet buitengewoon onderwijs”.
cd&v wil een langetermijnstrategie maken over de legislaturen heen om te evolueren naar een inclusief onderwijs (p. 129). Hiervoor kijkt cd&v vooral naar maatregelen over buitengewoon onderwijs: aanpak capaciteitstekorten in het buitengewoon onderwijs, waarbij programmatienormen voor buitengewoon onderwijs kunnen worden bekeken, via het ‘eencampusmodel’ op meer plaatsen een geschikt aanbod realiseren, het leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs,… cd&v wil wel “altijd voor ogen blijven houden dat de doelstelling op lange termijn een inclusief onderwijs moet zijn.”