Search
Close this search box.

Welzijn

Inleiding en aandachtspunten GRIP

Personen met een handicap hebben ondersteuning nodig om in de samenleving te leven en volwaardig te participeren met behoud van persoonlijke autonomie. Het systeem van het persoonsvolgend budget en het persoonlijke assistentiebudget laat toe dat mensen het geld voor hun ondersteuning in eigen handen krijgen en zelf hun ondersteuning kunnen organiseren. Dat is goed.

De toegang tot deze budgetten zit echter vast. Nog steeds staan mensen jarenlang op de wachtlijst, blijven zij afhankelijk van hun familie en vrienden, daalt hun koopkracht en die van hun naasten doordat ze de meerkosten voor ondersteuning op zich moeten nemen. Door een tekort aan ondersteuning kunnen zij niet gaan werken, maar doen ze beroep op een uitkering. Ook de mensen die hen informeel ondersteunen zien zich genoodzaakt om hun job op te zeggen (vooral vrouwen). De fysieke en mentale gezondheid gaat achteruit, wat de druk op de gezondheidszorg opdrijft. Vlaanderen verliest aan kracht van haar menselijk kapitaal en laat een enorm potentieel onbenut.

Tegelijkertijd zijn voor duizenden mensen collectieve dagbesteding en woonvoorzieningen nog steeds de realiteit, zijn er geen gelijke rechten noch kansen om ergens te wonen wegens een verplichte afname van zorg bij een bepaalde collectieve zorgaanbieder. Het vouchersysteem domineert nog en wie voor cash kiest, kan rekenen op een pak minder overheidsinvestering. Bij de minderjarigen is de achterstand voor de keuze om zonder zorgaanbieders zelf de ondersteuning te regelen nog groter. Het gros van het VAPH-geld gaat rechtstreeks naar de multifunctionele centra terwijl de investering in PAB’s vele malen kleiner blijft. Er is geen afdoende periodieke transparante rapportage over de evolutie van de wachttijden bij de minderjarigen. Vanuit het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden (VIPA) wordt nog steeds  geïnvesteerd in collectieve dag- en woonvoorzieningen in plaats van in ‘community based services’ in functie van betaalbaar en toegankelijk wonen in de maatschappij.

Dit zijn de aandachtspunten in het Verkiezingsdossier van GRIP:

  • Toegewezen budget voor ondersteuning ter beschikking stellen in plaats van uitstellen (wachtlijsten) of verminderen
  • Sterkere juridische verankering van het recht op ondersteuning
  • Personen met een handicap versterken en ondersteunen
  • Peer counseling en peer support (uitwisseling expertise van personen met een handicap) alle kansen geven
  • Opstart en uitbouw centrum onafhankelijk leven faciliteren
  • De waarde van persoonlijke assistentie erkennen en uitdragen
  • Sensibilisatie en versterking voor job persoonlijke assistent
  • Overheidsinvestering voor cash gelijkstellen aan investering bij zorgaanbieder
  • Geen instellingen meer (ver)bouwen van eender welke grootte
  • Vraaggestuurde financiering bij minderjarigen realiseren
cd&v
  • Regel 1800-1804: “Mensen met de dringendste zorgnoden die een persoonsvolgend budget kregen en die in de hoogste prioriteitengroep werden ingedeeld, krijgen een gegarandeerde financiering zodat de wachtlijsten verdwijnen. Deze garantie kan de vorm aannemen van een open-end-financiering (waarbij het budget aangepast kan worden naargelang de zorgnoden) of via een verzekerde uitgavennorm (een kader met vastgelegde prioriteiten).”
Groen
  • 41: “We kiezen voor een open enveloppe-financiering, zodat elke persoon met een beperking die recht heeft op een persoonsvolgend budget, er ook daadwerkelijk beroep op kan doen.”
  • 41: “Minderjarigen met een beperking kunnen een persoonlijk assistentiebudget aanvragen, maar ook zij moeten lang wachten op een budget. We passen ook hier een open enveloppe-financiering toe.”
  • 194: “We werken de jarenlange wachttijden voor een persoonlijk assistentiebudget weg.”

p. 41: “(…) evolueren op termijn ook voor minderjarigen naar een systeem van persoonsvolgende financiering.”

N-VA
  • p. 38: “We werken het verschil tussen cash en vouchers weg.”
Open Vld
  • Punt 480: “Voor mensen met een beperking werken we de wachtlijst in prioriteitgroep 2 volledig weg.”
  • Punt 482: “We trekken de waarde van een punt in cash en een punt in voucher gradueel gelijk.”
  • Punt 483: “Voer het persoonsvolgend budget voor minderjarigen in.”
PVDA
  • 279: “We verplichten de overheid automatisch een budget toe te kennen aan iedereen die zorg en ondersteuning nodig heeft, ook mensen die nog familie hebben.”
  • 276: “We werken de wachtlijsten weg door een budget toe te kennen aan iedereen die zorg en ondersteuning nodig heeft, ook mensen die nog familie hebben.”
  • 278: “We ontwikkelen een gevarieerd en voldoende groot aanbod van diensten die er voor zorgen dat mensen met een handicap zo zelfstandig mogelijk kunnen wonen.”
  • 280: “Ze moeten ook beroep kunnen doen op zorg en ondersteuning via hulpdiensten, persoonlijke assistentie (…)”
Vlaams Belang
  • p. 52: “een einde aan de wachtlijsten door de toegekende budgetten dadelijk uit te keren.”
Vooruit
  • Punt 418: “Elke persoon met een handicap die vandaag wacht op een persoonsvolgend budget moet op korte termijn een passend aanbod of zorgbudget krijgen.”

Enkele globale vaststellingen

Ook bij dit hoofdstuk hebben we enkel weergegeven wat voldoende overeenstemde met onze aandachtspunten. Soms komt dit niet helemaal overeen. Zo bijvoorbeeld nemen we van cd&v de piste van de gegarandeerde financiering voor mensen in prioriteitengroep 1 op. Ook al is het aandachtspunt van GRIP dat alle mensen die een erkenning hebben voor een PVB moet gelden, het gegeven van de open end financiering op zich vinden we wel belangrijk. PVDA, Vlaams belang, Vooruit en Groen stellen de wachtlijst te willen wegwerken. Vlaams belang houdt het met een klein zinnetje zonder meer wel heel kort. Open Vld wil prioriteitengroep 2 oplossen.

Peer counseling, peer support, de erkenning en financiering van een center voor onafhankelijk leven worden niet genoemd. Politieke partijen lijken daar heel weinig affiniteit mee te hebben, of er onvoldoende het belang van in te zien.  

Ook aan persoonlijke assistentie wordt over het algemeen niet of nauwelijks aandacht gegeven, noch het belang en de waarde ervan, noch het versterken ervan, noch inzetten op de job van persoonlijke assistent. Vooral Groen heeft het nog wel over persoonlijke assistentie, PVDA ook wel en Open Vld spreekt zich uit over de invoering van persoonsvolgende financiering voor minderjarigen. Geen enkele partij heeft het over een betere verankering van het recht op ondersteuning in de wetgeving. Een aantal partijen gaan wel in op het verbeteren van diensten zodat mensen in de maatschappij kunnen wonen, maar telkens vanuit het idee dat ook de keuze voor een woonvoorziening gegarandeerd moet zijn. 

Er is geen partij die het duidelijk heeft over stopzetten van bouwen en renoveren van instellingen die tot institutionalisering leiden. cd&v benoemt deïnstitutionalisering als volgt: “Ongeacht of zorginstellingen kleinschalig of grootschalig zijn, hun aangeboden zorg moet op menselijke maat zijn en stevig verankerd in de samenleving. We staan voor een belangrijke verschuiving om deïnstitutionalisering te bevorderen. We zijn niet van plan om voorzieningen af te breken; in plaats daarvan willen we ze stimuleren om zich open te stellen en deel uit te maken van de gemeenschap.” (regel 1751-1754)