Inleiding en aandachtspunten GRIP
Toegang tot het openbaar vervoer is een essentiële vereiste voor de participatie van personen met een handicap. Niet kunnen gebruik maken van openbare voorzieningen op vlak van mobiliteit zorgt voor uitsluiting. Zonder toegankelijk openbaar vervoer hebben personen met een handicap niet in dezelfde mate als andere mensen toegang tot werkgelegenheid, onderwijs, het sociale en culturele leven enzovoort.
Dit zijn de aandachtspunten in het Verkiezingsdossier van GRIP:
- Brede toegankelijkheid van bussen en trams verder uitbouwen.
- Toegankelijke haltes: echt vooruitgang boeken
- Discriminatie mensen met scootmobiel opheffen bij De Lijn
- Bindende richtlijnen voor Vervoer op Maat
- Sterke beleidsparticipatie van personen met een handicap waarmaken
- Actieplan voor toegankelijkheid van het treinverkeer (inclusief assistentie)
- Regel 3503: “De toegankelijkheid van de haltes voor het openbaar vervoer moet verhoogd worden.”
- p. 91: “Mensen met een beperking moeten ook zonder reservatie van 24 uur op voorhand de trein kunnen nemen.”
- p. 91: “Alle voertuigen voor openbaar vervoer worden versneld toegankelijk gemaakt. Bus- en tramhaltes en trein- en metrostations worden verder toegankelijk gemaakt voor rolstoelgebruikers, kinderwagens en blinden en slechtzienden.”
- 98: “We verbeteren de toegankelijkheid van het openbaar vervoer (stations, perrons, voertuigen) voor mensen met een beperking.”
- Punt 446: “Vlaanderen universeel toegankelijk tegen 2050. We stellen de ambitie om Vlaanderen universeel toegankelijk te maken tegen 2050. We monitoren daarvoor de vooruitgang op tal van domeinen (mobiliteit, gebouwen, ruimtelijke ordening, informatie… ) en stellen bindende doelstelling op.”
- 283: “De NMBS heeft als doel om tegen 2025 150 van de 550 stations integraal toegankelijk te maken door het perron te verlagen, liften te installeren en blindegeleidelijnen te voorzien. Wij willen dit in een stroomversnelling brengen en tegen 2030 alle treinstations, maar ook alle bus, tram- en metrohaltes toegankelijk maken.”
- p. 283: “Wij pleiten ervoor om de EAK’s (Eerste Assistent Klanten) te behouden en te investeren in bijkomend personeel zodat elke persoon met een handicap in elk station vlot de trein kan nemen.”
- p. 69: “de modernisering van de NMBS-vloot, met positieve effecten voor het comfort, de stiptheid en de toegankelijkheid voor reizigers met beperkte mobiliteit en voor fietsers.”
- punt 689: “Het openbaar vervoer is van iedereen en moet er voor iedereen zijn. Zeker ook voor personen met een handicap of beperkte mobiliteit. De investeringen in toegankelijke haltes, stations en voertuigen moeten ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen zelfstandig het openbaar vervoer kunnen nemen.”
- punt 970: “Continuïteit van assistentie, bijvoorbeeld bij gebruik van openbaar vervoer, moet eveneens de norm worden.”
Enkele globale vaststellingen
Bijna alle partijen zeggen wel iets over toegankelijkheid van het openbaar vervoer. PVDA zet er een timing op. Open Vld een algemene timing ook voor toegankelijkheid van infrastructuur maar die legt nog ver voor ons. Groen, Vooruit en PVDA benoemen het belang van het verzekeren van assistentie. Vlaams Belang blijft algemeen.
Bij cd&v vonden we ook exrta maatregelen terug: “ (…) Daarom werken we álle drempels weg. In ieder voertuig komt een leesbaar overzicht van alle haltes en voor wie slechtziend is, worden de haltes afgeroepen.” (regel 11172 – 11174)