Gelijkekansenbeleid

Inleiding en aandachtspunten GRIP

Gelijke kansen en gelijke rechten voor personen met een handicap is het streven van GRIP. We zijn dan ook tevreden dat inclusie van personen met een handicap deel uitmaakt van het Vlaams gelijkekansenbeleid. Een gelijkekansenbeleidsplan zet daarvoor de koers uit. Het is evenwel duidelijk dat die gelijke kansen en gelijke rechten voor personen met een handicap nog niet gerealiseerd zijn. Verschillende indicatoren blijven rood kleuren. Inzetten op inclusie van personen met een handicap is hoe dan ook een overheidsbrede verantwoordelijkheid. Een sterke coördinatie en bij momenten ook aansturing is daarom aangewezen, steeds met het VN-Verdrag Handicap voor ogen.

Dit zijn de aandachtspunten in het Verkiezingsdossier van GRIP:

  • Sterker mandaat voor (minister van) Gelijke Kansen die de uitvoering van het VN-Verdrag kan stimuleren
  • Expertise en beleidsvoorbereidend onderzoek aangestuurd vanuit gelijke kansen
  • Voortgang van omslag naar inclusie en realisatie van VN-Verdrag Handicap monitoren
  • Beleidsparticipatie erkennen via erkenning en ondersteuning van een kwalitatieve werking van NOOZO
  • Praktijktesten inzetten om antidiscriminatiewetgeving te handhaven
  • Effectieve werking mensenrechtenorganen monitoren en daaropvolgend versterken
  • Afstemming van regelgeving op VN-Verdrag Handicap en op omslag naar inclusie regelen
  • Juridisch sterkere verankering van het recht op toegankelijkheid
  • Betere verankering van het recht op inclusie en recht op ondersteuning in gelijkekansendecreet

Wat zeggen de partijen hierover concreet?

cd&v
  • Regel 1855 – 1858: “We voorzien voldoende middelen voor erkende handicaporganisaties en adviesraden inzake handicap (zoals de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap) zodat ze als volwaardige partners mee het beleid ten aanzien van personen met een handicap kunnen voorbereiden, vormgeven en evalueren.”
  • Regel 3211 – 3212: “We moeten dan ook maatregelen nemen om discriminatie actief op te sporen en te bestrijden. Daarom is cd&v voorstander van het organiseren van praktijktesten (correspondentietesten) om discriminatie op te sporen.”
  • Regel 6068 – 6074 : “ De inspectiediensten moeten voldoende onderzoeksmiddelen en -bevoegdheden krijgen om discriminatie op basis van handicap te onderzoeken. Hierbij denken we aan het toelaten van correspondentietesten, zodat de Vlaamse inspectiediensten de bevoegdheden en middelen krijgen om ambtshalve gerichte correspondentietesten te (laten) uitvoeren op basis van zogenaamde ‘knipperlichten’, zoals na meldingen bij het Vlaams Mensenrechteninstituut of na de resultaten van (sectorale) zelfregulering.”
  • Regel 3601 – 3602: “Maximale uitbouw van de samenwerking tussen de verschillende mensenrechteninstellingen in het land om een A-status te behalen.”
Groen
  • 291: “Het regeerakkoord voorzag in een interfederalisering van het FIRM, en in een uitbreiding van zijn bevoegdheid, zodat het ook klachten kan ontvangen. Door de oprichting van een Vlaams Mensenrechteninstituut, is een volwaardige interfederalisering niet meer mogelijk. Groen pleit ervoor de interfederalisering van het Instituut op assymetrische wijze verder te zetten.Om het landschap van instellingen te vereenvoudigen, richten we een eenheidsloket op voor alle mensenrechteninstellingen, op alle niveaus. Elk instituut behoudt zijn bevoegdheid, maar de burger kan naar één mensenrechtenloket stappen, dat begeleidt en doorverwijst. Alleen verregaande samenwerking tussen de verschillende instellingen die ons land rijk is, in de vorm van een samenwerkingsakkoord, zal ervoor kunnen zorgen dat ons land kan voldoen aan de Principes van Parijs, de VN-standaarden voor mensenrechteninstellingen.”
  • 291: “Op termijn evalueren we het gehele mensenrechtenlandschap, en vereenvoudigen we structureel waar mogelijk en wenselijk.”
  • 50 (arbeidsmarkt): “Inspectiediensten worden bevoegd om non-discriminatie te handhaven door middel van proactieve praktijktesten. Bij inbreuken op het discriminatieverbod moeten passende sancties worden opgelegd. De inspectiediensten krijgen hiervoor extra middelen en menselijk kapitaal.”
  • p. 14: “Groen wil de antidiscriminatiewetgeving handhaven door proactieve praktijktesten uit te voeren bij zowel makelaars als particuliere verhuurders.”
N-VA

Onze aandachtspunten worden niet duidelijk overgenomen.

Open Vld
  • Punt 450: “Het VN-verdrag inzake rechten van personen met een handicap werd in 2009 door België geratificeerd. Dit moet nog sterker geïmplementeerd worden om te komen tot een echte inclusieve samenleving. Dat kan op basis van degelijk beleidsvoorbereidend onderzoek, kwaliteitsvol cijfermateriaal en goede monitoring. In dit verband is ook de verdere uitbouw van de Handicaptenmonitor van Statistiek Vlaanderen noodzakelijk om te beschikken over uitgebreid en actueel cijfermateriaal.”
  • Punt 27: (over werk): “(…) zetten in op correspondentietesten / praktijktesten om discriminatie tegen te gaan.”
  • Punt 117: “Om gelijke kansen te waarborgen voor iedereen, zetten we in op praktijktesten op de huurmarkt. Eventuele discriminatie kan zo objectief in kaart worden gebracht. Het zal niet alleen zorgen om dit aan te pakken in individuele gevallen, maar ook om bewustwording te creëren over de gevolgen van discriminatie voor onze samenleving.”
  • Punt 448: “De actuele Toegankelijkheidsverordening moet inhoudelijk worden aangepast en meer afdwingbaar gemaakt. Deze wordt permanent gemonitord, zodat de vooruitgang op het vlak van toegankelijkheid beter in kaart wordt gebracht.”
PVDA
  • 278: “Wij willen dat België het VN-Verdrag volledig implementeert. Wij willen een solidaire samenleving waar mensen met een handicap zich kunnen ontplooien en volop deelnemen aan de samenleving.”
  • 277: “We detecteren en bestraffen discriminatie tegenover mensen met een handicap op de private woonmarkt met praktijktesten.”
  • 466: “We geven inspectiediensten voldoende middelen om discriminatie op te sporen met proactieve en systematische praktijktesten. We bestraffen werkgevers die in de fout gaan, in verhouding tot de grootte van hun bedrijf.”
  • p. 479 (over het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens): “Ook het FIRM wordt eindelijk een volwaardig interfederaal instituut, dat net zoals Unia aan de hoogste internationale kwaliteitseisen voldoet (statuut A) van strikte politieke onafhankelijkheid en beschikking over een fijnmazig lokaal netwerk van meldpunten in gemeenten, bedrijven en scholen.”
Vlaams Belang

Onze aandachtspunten worden niet duidelijk overgenomen.

Vooruit
  • Punt 922: “De rol van gelijkheidsorganen is cruciaal in het laagdrempelig aanpakken van racisme en discriminatie. We versterken hun positie en verzekeren hun onafhankelijkheid.”
  • Punt 138: (over arbeidsmarkt): “Daarom zorgen we ervoor dat er systematisch praktijktesten gebeuren, die zowel sensibiliserend als sanctionerend werken.”
  • Punt 186 (over huurmarkt): “Daarom voeren we praktijktesten in die het mogelijk maken om de discriminerende verhuurder individueel te sensibiliseren en bij herhaaldelijke overtredingen te bestraffen.”

Enkele globale vaststellingen

Geen van de partijen vermeldt het belang van de Vlaamse Adviesraad Handicap NOOZO. Enkel CD&V verwijst naar voldoende financiering voor beleidsparticipatie hoewel enkel specifiek naar Nationale Hoge Raad Personen met een Handicap op federaal niveau wordt verwezen.

Alle partijen behalve N-VA en Vlaams belang vermelden praktijktesten tegen discriminatie als middel om discriminatie op te sporen. cd&v en Open Vld vermelden geen sanctionering, Vooruit, Groen en PVDA wel.

Vlaams Belang pleit op vlak van praktijktesten expliciet voor de tegenovergestelde richting: “geen positieve discriminatie op de arbeidsmarkt, geen anonieme praktijktesten.” (p.31) en “geen invoering van praktijktesten voor het afsluiten van huurcontracten.” (p. 41). Vlaams Belang staat ook voor de “stopzetting en ontbinding van de miljoensubsidiëring van Unia”.